Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Ouderen zijn leuk en interessant’

redactie

[[img:298]]

Naam: Jannie van Selm Leeftijd: 53 jaar Opleiding: verpleegkunde, geriatrie, praktijkondersteuning Werkzaam als: praktijkondersteuner ouderen Werkzaam bij: Huisartsenzorg IJsselstein (koepel van 5 groepspraktijken, 12 huisartsen) Sinds: 2003 Aantal uren per week: 32 De kleur van mijn vak: grijs

Welke werkzaamheden doe je?

‘Ik spoor kwetsbare ouderen op en probeer met behulp van interventies hun thuissituatie zo lang mogelijk comfortabel te houden. Ik leg onder andere sociale visites af, doe aan rouwbegeleiding, verricht screening, bied zorg bij ingewikkelde thuissituaties, regel de indicering, help bij wmo-zaken, begeleid mantelzorgers, doe aan valpreventie, en begeleid bij psychogeriatrische problemen. ’s Ochtends bekijk ik thuis eerst de dossiers van de patiënten die ik ga bezoeken. Daarna ga ik op pad. Ik bezoek mensen thuis, maar ook in een verzorgingshuis. Mijn bevindingen voer ik bij terugkomst in het HIS in. Op dit moment heb ik ongeveer 250 patiënten. De frequentie van de bezoeken is een kwestie van overleg tussen huisarts, patiënt en mij, en kan sterk wisselen. Soms bezoek ik mensen eenmalig, om bijvoorbeeld een MMSE-test af te nemen of te helpen met vragen over indicaties. Meestal bezoek ik mensen frequent. Bij kwetsbare ouderen is het belangrijk de vinger aan de pols te houden omdat het bij hen gaat om een wankel evenwicht. Bij een blaasontsteking kan bijvoorbeeld verwardheid ontstaan, waardoor het leven ineens een stuk ingewikkelder wordt.’

Waarom heb je voor dit vak gekozen?

‘Ik vind oudere mensen ontzettend leuk. Het is een beetje een ondergeschoven groep en ze worden vaak gezien als ‘lastpakken’. Dat vind ik onterecht. Het zijn dikwijls interessante mensen met een bijzondere geschiedenis, die een groot deel van hun leven hard gewerkt hebben. Wat meer respect voor deze groep is wel op zijn plaats. Daarnaast vind ik het werk dat ik doe heel erg zinvol en dat geeft mij een goed gevoel.’

Kan een ander dit werk niet doen?

‘De doelgroep ouderen kost sowieso veel tijd. Een huisarts heeft die tijd vaak niet. Een eerste bezoek aan een oudere duurt vaak een uur, zodat ik de zorgvraag kan inventariseren en bijvoorbeeld een MMSE-test kan doen, of een valrisico-inventarisatie. De volgende bezoeken duren meestal een halfuur, maar soms is het best lastig om je daaraan te houden. Veel eenzame ouderen vinden het heerlijk als er eindelijk eens een luisterend oor is, en willen je van alles vertellen. Je moet dus over flink wat geduld beschikken. Iemand die meer heeft met cijfertjes en bloedglucosewaarden zal dit werk wellicht minder leuk vinden. Ikzelf heb weer minder met cijfertjes. Ouderen hebben vaak veel kwalen waar je weinig aan kunt doen. Daar moet je mee kunnen omgaan. Het is een beetje pappen en nathouden.

Hoe reageren patiënten?

‘Soms zijn mensen in het begin wat argwanend. Mijn grijze haar werkt wel drempelverlagend. Blijkbaar wekt dat vertrouwen. Als ze mij eenmaal kennen merk je dat ze al hun kwalen en kwaaltjes opsparen totdat ik bij ze langskom. Dat scheelt visites van de huisarts, dat is al gebleken.’

Loop je weleens tegen problemen aan?

‘Met name de “Zorgmijder” vind ik een probleem. Dat zijn vaak alleenstaande mensen bij wie een buurtgenoot naar de Stichting Welzijn Ouderen belt dat hij zich zorgen maakt. Ik ga er dan naartoe en probeer in eerste instantie binnen te komen en contact te leggen. Dat is vaak heel erg moeilijk en een langdurige kwestie. Het kost soms wel een halfjaar voordat mensen eindelijk zover zijn dat ze mij binnenlaten. Een grote uitdaging, maar als zo iemand de verwarming niet durft aan te doen en midden in de winter in de kou zit, kan ik dat niet loslaten als ik in mijn eigen huis bij de kachel zit. Bij alleenwonende dementerenden vind ik het moeilijk om ze te vertellen dat er toch echt wat mis is met hun gezondheid. Meestal zitten deze mensen in de ontkenningsfase en vinden ze zelf dat het allemaal prima gaat. Wie ben ik dan om ze te vertellen dat het niet zo is? Gelukkig kan ik hier heel goed over praten met de huisartsen voor wie ik werk.’

Hoe is de samenwerking?

‘Ik werk voor twaalf huisartsen met ieder hun eigen winkel en hun eigen mening. Met allemaal heb ik een goede verstandhouding. Omdat mijn functie nogal solistisch is, wil ik dingen die ik meemaak graag ventileren ze. Daarvoor is alle ruimte. Ik heb iedere week met alle groepspraktijken overleg, waarbij we de patiënten bespreken bij wie ik de afgelopen week ben geweest. Daarnaast komen er nieuwe patiënten aan de orde van wie de huisartsen willen dat ik ze ga bezoeken. De samenwerking is wederzijds heel goed. Ik vind het plezierig werken met deze huisartsen en zij vinden het prettig dat ze gebruik kunnen maken van mijn inzet. Er zijn geregeld evaluatiemomenten van mijn werk en elk jaar maak ik een jaarverslag, waarin een jaarplan voor het komende jaar is opgenomen.’

Heb je je extra laten bijscholen?

‘Naast een opleiding geriatrie voor verpleegkundigen en een cursus rouwbegeleiding heb ik bijscholingen gevolgd op het gebied van valpreventie en dementie. Verder ga ik volgend jaar een speciale cursus volgen in het Radboud in Nijmegen, waarbij je leert omgaan met het EASY CARE screeningsinstrument voor kwetsbare ouderen. De cursussen die ik volg zoek ik meestal zelf uit en bijna altijd gaan de huisartsen ermee akkoord.’

Hoe zie jij je beroep over vijf jaar?

‘Ik merk nu al dat het aantal dementerenden groeit in vergelijking met een aantal jaar geleden. Over vijf jaar zal het voor mij dus nog drukker zijn. Dementie wordt het probleem van de toekomst.’

Wat vind je leuk aan dit beroep?

‘Met name het zorgen voor mensen en de contacten die je hebt. Mensen kunnen je zulke bijzondere dingen toevertrouwen, dan voel ik mij heel rijk. Maar de vertrouwensband die ik met veel mensen heb, zorgt ook wel eens voor problemen, bijvoorbeeld als ik een coassistent wil meenemen. Dat willen sommige patiënten niet, omdat ze dat als inbreuk ervaren. Over het algemeen heb ik heel erg leuk en vooral zinvol werk.’

Wat vind je minder leuk?

‘Ik vertelde al over de zorgmijders en hoeveel moeite het kost om met deze mensen in contact te komen. Als het ondanks al mijn pogingen dan uiteindelijk niet lukt om bij zo iemand binnen te komen, vind ik dat heel moeilijk. Je komt soms zulke schrijnende gevallen tegen en ook heel veel eenzaamheid. Ondanks dat mensen in een verzorgingshuis of in een aanleunwoning wonen en ze veel mensen om zich heen hebben, kunnen ze verschrikkelijk eenzaam zijn. Vaak durven ze geen contact te maken. Veel ouderen zijn het niet gewend om vrienden of vriendinnen te hebben omdat daar vroeger domweg geen tijd voor was. Daarnaast heb je natuurlijk de hoogbejaarden die langzamerhand iedereen om zich heen zijn kwijtgeraakt. Ook dan is het leven heel erg eenzaam.’

Waarom kies je grijs?

‘Grijs is de kleur haar die veel van mijn patiënten hebben en ik vind dat deze mensen die kleur dik verdiend hebben. Grijs staat ook voor wijsheid, al geldt dat niet voor iedereen zo. Maar eervol grijs vind ik wel een passende kleur.’

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 6

Literatuurverwijzingen: