Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Mensen helpen is mijn missie’

redactie

Naam: Bora Cvetkovic Leeftijd: 48 jaar Opleiding: geneeskunde aan de universiteit van Belgrado (Servië), systeembeheer via SICA, opleiding praktijkondersteuning Werkzaam als: praktijkondersteuner Werkzaam bij: Gezondheidscentrum Osdorp (1 dag per week) en Gezondheidscentrum De Vaart (4 dagen per week), Amsterdam Sinds: 2006 Aantal uren per week: 40 De kleur van mijn vak: rood

[[img:304]]

Uit welke werkzaamheden bestaat jouw vak?

‘Ik doe voornamelijk hart- en vaatziekten, dus het regelmatig controleren van patiënten die risico lopen zo’n ziekte te krijgen of dit al eens hebben doorgemaakt. Daarbij doe ik ook aanvullend onderzoek, zoals een digitale ECG, holterregistratie (bij hartritmestoornissen), ambulante bloeddrukmeting, en Doppleronderzoek. Daarnaast zie ik astma/COPD-patiënten en diabetes, bij wie ik ook weer aanvullend onderzoek verricht zoals spirometrie. Ten slotte voer ik aanvullend onderzoek uit op het gebied van teledermatologie, dat wil zeggen dat ik de door de huisarts gemaakte digitale foto’s van huidaandoeningen ter beoordeling doorstuur naar de dermatoloog. Ik vind het leuk om het gebruik van de computer in de dagelijkse praktijk te bevorderen, zoals we bij het digitale ECG en ander aanvullend onderzoek doen. Mijn kennis van computersystemen komt daarbij goed van pas. Ik zou op dat gebied nog veel meer willen, maar besef dat je dat stap voor stap moet doen. Het digitale ECG werkt erg goed. We hebben hierover goede afspraken met cardiologen van het Slotervaart Ziekenhuis in Amsterdam. Zij bekijken zo’n digitaal ingewikkeld ECG binnen tien minuten als het moet. Patiënten kunnen dan hier in de wachtkamer op de uitslag wachten.’

Waarom heb je voor dit vak gekozen?

‘Als kind wilde ik al geneeskunde studeren en dokter worden. Ik vind het een heel interessante wetenschap en ik kan het combineren met mijn andere grote passie: mensen helpen. Achttien jaar geleden vluchtte ik uit voormalig Joegoslavië naar Nederland vanwege de burgeroorlog. Ik was net goed en wel afgestudeerd als basisarts en werkte anderhalf jaar op de spoedeisende hulp van een ziekenhuis in Belgrado. Ik werd opgeroepen om in het leger te vechten, maar wilde liever mensen helpen door mijn beroep van arts uit te oefenen. Eenmaal in Nederland bleek mijn artsendiploma niet geldig te zijn en ook was het niet gemakkelijk om een baan in de gezondheidszorg te krijgen. Ja, als schoonmaker in een ziekenhuis. Na tien jaar lang van het kastje naar de muur te zijn gestuurd kon ik via de Stichting voor Interculturele Bedrijfsaspecten en Intercultureel Ondernemerschap (SIBIO) een opleiding praktijkondersteuning volgen en praktijkervaring opdoen. SIBIO heeft een vrij groot netwerk in de gezondheidszorg en laat via stages mensen instromen. Daarbij ligt de nadruk op de specifieke eigenschappen van de Nederlandse gezondheidszorg. De gemeente Amsterdam bekostigt dit. Ik vind het praktijkondersteunende werk erg leuk om te doen en voel me hier in thuis. In mijn situatie is deze professie heel geschikt voor mij.’

Waarom kan een ander dit werk niet doen?

‘Een praktijkondersteuner kan meer tijd uittrekken voor zijn patiënten dan een huisarts. Doordat je als praktijkondersteuner patiënten zowel behandelt als begeleidt – uiteraard onder supervisie van de huisarts – heb je wellicht beter inzicht in wat je patiënten mankeren en hoe je dat zou kunnen behandelen. Ook kun je vanwege dat tijdsaspect meer aandacht besteden aan de psychosociale elementen die bij bepaalde problemen spelen. Een andere specifieke meerwaarde die voor mij persoonlijk geldt is dat ik mijn kennis van computersystemen gebruik voor het ontwikkelen en gebruiken van digitale ondersteunende testen zoals het digitale ECG.’

Loop je weleens tegen problemen aan?

‘In mijn werk als praktijkondersteuner niet, maar er moet mij wel van het hart dat je als vreemdeling in Nederland tegen een enorme muur van bureaucratie oploopt. Alle initiatieven die je aandraagt om in de gezondheidszorg aan het werk te komen worden teniet gedaan. Je bent te hoog opgeleid of te laag, te oud voor een studiebeurs, noem maar op. Dat je artsendiploma niet wordt erkend is één ding, maar dat je vervolgens alleen maar wordt tegengewerkt in het opbouwen van een (werkzaam) leven hier maakt mensen die in mijn situatie zitten heel ongelukkig. Per slot van rekening heb je het over een enorme degradatie. Dat doet pijn. Medewerkers van het ministerie van VWS zouden zich dat wel eens wat meer mogen beseffen.’

Ga je anders om met vluchtelingen en buitenlanders in de praktijk, vanwege je eigen achtergrond?

‘We hebben in onze praktijk geen vluchtelingen. En verder behandel ik patiënten die oorspronkelijk niet uit Nederland komen op dezelfde manier als alle andere patiënten. We hebben in de praktijk ook tamelijk veel allochtone patiënten. Ik heb zelf niet het idee dat ik anders reageer dan mijn collega praktijkondersteuners vanwege mijn achtergrond.’

Hoe is de samenwerking met de huisartsen?

‘Heel erg goed. We hebben een heel prettig team, waar een gezonde, collegiale sfeer heerst. Dat vind ik essentieel. We werken hard maar zonder stress, al is er wel degelijk sprake van een hoge werkdruk. Collega praktijkondersteuners en –assisten vragen wel eens mijnmening over medicatie, net als dat ze mij vaak om computeradvies vragen vanwege mijn specifieke kennis op dat gebied. De samenwerking met de huisartsen is zo goed dat ik steeds ingewikkelder gevallen van de huisartsen krijg doorverwezen. Dat vind ik erg leuk, want zo kan ik mij blijven ontwikkelen. Ik ben erg tevreden over hoe het nu gaat.’

Hoe zie jij je beroep over vijf jaar?

‘Het prettige van praktijkondersteuning is dat je er altijd nieuwe projecten aan toe kunt voegen al naar gelang er behoefte aan is. Kijk bijvoorbeeld naar de ouderenzorg. Zo voorzie ik ook dat praktijkondersteuners een vaste rol gaan spelen in het behandelen en begeleiden van obese kinderen en volwassenen. Ik vind de POH een hele nuttige functie die de kwaliteit van zorg verbetert.’

Wat vind je leuk aan dit beroep?

‘Ik vind het helpen van mensen het leukst dat er is. Het is fulfulling, nuttig en ik word er vrolijk en blij van. Ik doe mijn werk met hart en ziel. Mensen voelen dat en zijn heel dankbaar. Ik zou nooit werk willen doen als formaliteit.’

Wat vind je minder leuk?

‘Door de hoge werkdruk is er soms te weinig tijd om patiënten voldoende aandacht te geven. Verder merk ik dat ik mij soms moet inhouden vanwege mijn achtergrond als arts, maar dat doe ik met groot respect. Alle werkzaamheden van de praktijkondersteuner gaan immers onder supervisie van de huisarts. Dat begrijp ik heel goed. Met mijn geneeskundige kennis kan ik mijn werk alleen maar beter doen.’

Waarom kies je rood als de kleur van je vak?

‘Omdat ik voornamelijk cardiovasculair risicomanagement doe en rood is immers de kleur van het hart.’

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 1

Literatuurverwijzingen: