Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hartrevalidatieprogramma’s thuis of vanuit een centrum even effectief

redactie

Context Patiënten die een hartaandoening hebben (doorgemaakt) worden revalidatieprogramma’s aangeboden. Deze hebben een bewezen gunstig effect op het voorkómen van recidieven en het verlagen van mortaliteit. Vaak gebeurt dit op een centrale locatie, bijvoorbeeld in een ziekenhuis of in een revalidatiecentrum. De mogelijkheid bestaat echter om soortgelijke programma’s ook thuis aan te bieden. Hierdoor zouden de revalidatieprogramma’s breder toegankelijk worden, hetgeen kan resulteren in een hogere deelnamegraad.

Klinische vraag Bestaat er een verschil in effectiviteit tussen hartrevalidatieprogramma’s die op een centrale locatie worden aangeboden en hartrevalidatieprogramma’s die worden aangeboden in de thuissetting?

Conclusie auteurs Beide vormen van hartrevalidatie lijken even effectief. Er werden geen statistisch significante verschillen gevonden in mortaliteit, aantal recidieven, inspanningstolerantie, leefstijl en kwaliteit van leven. Er was ook geen verschil in de totale kosten tussen de twee programmavormen.

Beperkingen Alle geïncludeerde onderzoeken beperkten zich tot patiënten met stabiel coronairlijden. Bij de meeste onderzoeken betrof het patiënten met een recent doorgemaakt myocardinfarct of na een revascularisatieprocedure. In slechts één onderzoek werden patiënten met hartfalen geïncludeerd. Daarnaast bestond er een grote diversiteit tussen de verschillende aangeboden revalidatieprogramma’s. De follow-up van de meeste onderzoeken was kort: slechts 1 onderzoek vermeldde uitkomsten na 24 maanden.

Bron Taylor RS, Dalal H, Jolly K, Zawanda A. Home-based versus centre-based cardiac rehabilitation. Cochrane Database Syst Rev 2010; Issue 3. De review omvat 12 onderzoeken met in totaal 1938 deelnemers.

Commentaar

De conclusies van deze review komen overeen met die van een eerder onderzoek.1 De bewijskracht is vergroot door de inclusie van een aantal nieuwe, kwalitatief goede onderzoeken en door een hoger patiëntenaantal (1938 versus 749).
De belangrijkste beperking van deze review is de grote diversiteit tussen de verschillende aangeboden hartrevalidatieprogramma’s, waardoor het onmogelijk is uitspraken te doen over de meer inhoudelijke aspecten van deze programma’s.
De drie grootste onderzoeken maakten gebruik van “the Heart Manual”: een thuisrevalidatieprogramma ontwikkeld en aangeboden door de openbare gezondheidszorg in het Verenigd Koninkrijk.
In Nederland worden hartrevalidatieprogramma’s veelal opgezet en begeleid vanuit de tweede lijn. Behandelend specialisten verwijzen hun patiënten naar een klinisch of poliklinisch programma. Ook de thuisrevalidatieprogramma’s uit een groot deel van de geïncludeerde onderzoeken in deze review werden opgezet en begeleid vanuit de tweede lijn. In de NHG-Standaard Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct noemen de auteurs het belang van hartrevalidatieprogramma’s. De rol van de huisarts blijft hier echter beperkt tot het doorverwijzen naar een dergelijk programma.
Er is in Nederland weinig ervaring met hartrevalidatieprogramma’s in de thuissetting. De resultaten van deze review maken het interessant de mogelijkheden van het in Nederland aanbieden van dergelijke programma’s te onderzoeken. De praktijkondersteuner zou wellicht een deel van de begeleiding van de deelnemende patiënten voor zijn rekening kunnen nemen, onder supervisie van de huisarts en/of cardioloog. De vroege introductie van de huisarts en de praktijkondersteuner in het revalidatieproces zou een positief effect kunnen hebben op de overgang van de tweede- naar de eerste lijn. De praktijkondersteuner heeft nu al een belangrijke rol in de begeleiding, risicoadvisering en leefstijlverandering van patiënten na afloop van de (poli-)klinische revalidatiefase. Daarnaast kan het aanbieden van thuisprogramma’s de deelnamegraad van een aantal groepen patiënten vergroten, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een grote reisafstand naar de kliniek, bij werkende mensen, of bij etnische minderheden. Dit laatste is echter niet bewezen.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 5

Literatuurverwijzingen:

1Jolly K, Taylor RS, Lip GY, Stevens A. Home-based cardiac rehabilitation compared with centre-based rehabilitation and usual care: a systematic review and meta-analysis. Int J of Cardiology 2006;111:343-51.