Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Een markant jaar

redactie

Nieuwe financiering

2011 begon al goed met een compleet vernieuwde financiering voor de praktijkondersteuner-somatiek. We waren gewend aan een gemengde bekostigingssystematiek: ieder kwartaal declareerden huisartsen een vast bedrag per ingeschreven patiënt, aangevuld met de opbrengsten uit consulten van praktijkondersteuners. Per 1 januari komen vergoedingen voor de consulten van praktijkondersteuners deels vanuit de ketenzorg. Er is geen landelijke uniforme bekostiging van de praktijkondersteuners, waardoor huisartsen rechtstreeks met verzekeraars contracten afsluiten. Dat gaat niet allemaal van een leien dakje.

Praktijkondersteuners en cao

In het vroege voorjaar was er een kort geding over de vertegenwoordiging praktijkondersteuners bij de onderhandelingen voor de cao Huisartsenzorg. Tot nu toe werden de belangen van zowel praktijkassistenten als praktijkondersteuners vertegenwoordigd door de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten. Tenminste, dat vonden de Landelijke Huisartsenvereniging, de Vereniging Huisartsenposten Nederland en werknemersvertegenwoordigers ABVA/KABO, CNV en de doktersassistentenvereniging zelf. Vóór elke cao inventariseerde de Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten bij de Nederlandse Vereniging van PraktijkOndersteuners en de Vereniging van Verzorgenden en Verplegenden Nederland welke punten aandacht verdienden in de nieuwe cao. Vervolgens konden de cao-onderhandelingen van start gaan. De Vereniging van PraktijkOndersteuners vond dat praktijkondersteuners echter niet voldoende vertegenwoordigd werden en de rechter gaf ze gelijk. Bij het schrijven van dit redactioneel is nog niet bekend hoe die cao-onderhandelingen zijn verlopen (31 maart 2011 verliep de oude cao). De andere (derde) vereniging van praktijkondersteuners/praktijkverpleegkundigen, de V&VN, vindt deze ontwikkeling niet wenselijk omdat niet duidelijk is hoe het nou zit met de belangen van de verpleegkundige poot van de praktijkondersteuners. Bovendien twijfelt deze vereniging aan het ledenaantal van de Vereniging voor PraktijkOndersteuners. Wij zijn benieuwd hoe dit verder gaat.

Verpleegkundig niveau?

Inmiddels is de lente in volle gang en volgen we met belangstelling nog een andere ontwikkeling. Tot nu toe konden praktijkondersteuners op twee niveaus instromen: als praktijkassistente op mbo-niveau en als verpleegkundige op hbo-niveau. De werkgeversverenigingen Nederlands Huisartsen Genootschap en Landelijke Huisartsen Vereniging formuleerden een concept standpunt dat al een tijdje op internet te lezen is. Op de lange termijn vinden beide verenigingen verpleegkundig niveau wenselijk in huisartsenpraktijken. Vooral voor de ouderenzorg die grotendeels niet te protocolleren is en complexe zorg vereist. ‘Zie het niet als een bedreiging’, schrijven de huisartsenverenigingen, ‘maar als bewijs dat de huisartsenpraktijk niet meer zonder de praktijkondersteuner kan.’ Dat blijkt wel uit het feit dat 80% van de huisartsenpraktijken werkt met een praktijkondersteuner. ‘Alleen op het punt van complexe zorg moet de functie worden uitgebouwd’, is de suggestie van de verenigingen. Of het standpunt echt zo wordt doorgevoerd, is nog zeer de vraag. Toch zorgde het al voor de nodige onrust in praktijkondersteunend Nederland.

Terug naar de inhoud

Met al die turbulente ontwikkelingen is het prettig je te kunnen richten op de inhoud van de functie. Ook hier doen zich ontwikkelingen voor die aardig ingrijpend kunnen zijn en een boel rompslomp met zich meebrengen, zoals de vergoeding van de begeleiding van stoppen met roken. Zijn er dan nog positieve ontwikkelingen? Jawel, het PreventieConsult Cardiometabool Risico, waarover je in dit nummer een onderzoeksverslag kunt lezen. Hierin gaan praktijkondersteuners een grote rol spelen. Hoewel wij als redactie de perikelen rondom bekostiging en functie-inhoud van de praktijkondersteuner scherp in het oog blijven houden (en daarmee de vele organisaties en verenigingen die zich met de praktijkondersteuner bemoeien), blijft onze focus op de inhoud liggen. Dat is toch waar het uiteindelijk om draait.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 2

Literatuurverwijzingen: