Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vragen

redactie

Hou je kennis up-to-date met de toetsvragen van huisarts Wilma Spinnewijn. De vragen zijn geformuleerd als stellingen (juist/onjuist), de antwoorden staan op de volgende pagina. Heb je een vraag naar aanleiding van de kennistoets? Mail deze naar tpo@nhg.org.

De heer Ferdinandusse, 68 jaar, is een aantal weken geleden gestart met enalapril nadat bij hem de diagnose hypertensie is gesteld. Drie jaar geleden bedroeg zijn klaring (eGFR); 62 ml/min. Nu is de waarde 50 ml/min. De praktijkondersteuner adviseert de heer Ferdinandusse de enalapril te staken.

1. Dit advies is correct.

Mevrouw Dekker, 77 jaar, wordt voor haar diabetes mellitus type 2 behandeld met insuline en gliclazide. De praktijkondersteuner ziet in de labuitslagen dat de nierfunctie van mevrouw Dekker achteruitgaat. Zodanig dat er nu sprake is van chronische nierschade (CNS). Ze waarschuwt mevrouw Dekker dat er door de CNS een grotere kans is op hypo’s.

2. Deze waarschuwing is juist.

De praktijkondersteuner adviseert vervolgens om de hoeveelheid insuline te minderen.

3. Dit advies is correct.

De praktijkondersteuner bekijkt de labuitslagen van de heer Van Renes, 82 jaar. De eGFR bedraagt 50 ml/min. De vorige eGFR-bepaling van 2 maanden geleden had een waarde van 52 ml/min. Op grond van deze gegevens stelt de praktijkondersteuner bij de heer Van Renes de diagnose chronische nierschade.

4. Dit is de juiste diagnose.

Omdat de nierfunctie van de heer Ziever, 79 jaar, balanceert op de rand van chronische nierschade gaat de praktijkondersteuner met hem na of er wat betreft leefstijladviezen nog winst is te behalen. Welke van de volgende adviezen is correct?

5. Drink minimaal 1500 ml vocht per dag.

6. Gebruik een zoutloos dieet.

De heer Maalouf, 47 jaar, heeft diabetes mellitus type 2 en is obees (BMI 35 kg/m2). Tijdens een controle bij de praktijkondersteuner vertelt hij een artikel gelezen te hebben over bruine vetcellen. Hij begreep dat hij nu diabetes heeft doordat hij te weinig bruine vetcellen heeft aangemaakt door een gebrek aan beweging in zijn jeugd.

7. Meneer Maalouf heeft gelijk.

Uit de labgegevens blijkt dat het ALAT van de heer Maalouf verhoogd is (95 U/l). Hij drinkt geen alcohol. De praktijkondersteuner zegt dat er waarschijnlijk sprake is van NASH; een niet-alcoholische vetlever.

8. Klopt deze uitspraak?

De praktijkondersteuner vertelt de heer Maalouf dat de eerste aanpak van NASH bestaat uit leefstijladviezen waaronder gewichtsvermindering. De heer Maalouf weegt op dit moment 87 kg bij 158 cm. Volgens de praktijkondersteuner moet er minimaal 3 kg af.

9. Dit is het juiste aantal kilo’s.

Vervolgens vertelt de praktijkondersteuner dat de medicatie moet worden aangepast. In het geval van NASH in combinatie met diabetes mellitus is er een voorkeur voor langwerkende medicatie.

10. De praktijkondersteuner heeft gelijk.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 6

Literatuurverwijzingen: