Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Antwoorden

redactie

1.

onjuist

2.

onjuist

Bij dosisaërosolen is de dosisafgifte (en de gemiddelde deeltjesgrootte) onafhankelijk van de inspiratoire luchtstroomsterkte. De longdepositie (het neerslaan van de medicijnen in de longen) wordt hierbij voornamelijk bepaald door de hand-longcoördinatie. Patiënten moeten een bepaalde handigheid aanleren om voldoende medicatie binnen te krijgen. Zij hoeven niet krachtig en diep in te ademen, maar wel gericht zorgen dat ze de afgegeven dosis inhaleren. Lukt dit niet goed, dan kan een voorzetkamer een oplossing zijn.
Bij poederinhalatoren is (de dosisafgifte en) de longdepositie wel afhankelijk van de inspiratoire stroomsterkte, dus de kracht waarmee iemand inademt. Bij een lagere inspiratoire stroomsterkte neemt de dosisafgifte uit het apparaat af en neemt de gemiddelde deeltjesgrootte toe, waardoor de longdepositie afneemt. Ademt de patiënt niet goed genoeg in, dan krijgt hij onvoldoende medicatie binnen en dit slaat ook onvoldoende neer in de longen.
Bij de keuze voor een inhalatievorm hou je rekening met bovenstaande kenmerken en met de inspiratoire luchtstroomsterkte en coördinatie van de patiënt. Kies bij adequate coördinatie en voldoende inspiratoire luchtstroomsterkte een droge poederinhalator of een dosisaerosol. Dit zijn patiënten die over een goede coördinatie beschikken en voldoende krachtig kunnen inademen. Kies bij inadequate coördinatie een droge poederinhalator, een dosisaërosol met inhalatiekamer of een inademingsgestuurde dosisaërosol. Een patiënt met onvoldoende inspiratoire luchtstroomsterkte is het best geholpen met een dosisaërosol met inhalatiekamer of een inademingsgestuurde dosisaërosol.

Smeele IJM, Van Weel C, Van Schayck CP, Van der Molen T, Thoonen B, Schermer T, et al. NHG-Standaard COPD. www.nhg.org. Geraadpleegd februari 2009.

3.

juist

Body Mass Index (BMI) = gewicht (in kilo’s) gedeeld door het kwadraat van de lengte (in meters).

NHG Patiëntenfolder Overgewicht, versiedatum: juli 2006. www.nhg.org. Geraadpleegd februari 2009.

4.

onjuist

Bij nieuw ontdekte diabetes kan men met alleen energierestrictie bij 10 tot 20% van de patiënten een adequate glucoseregulering bereiken.

Rutten GEHM, De Grauw WJC, Nijpels G, Goudswaard AN, Uitewaal PJM, Van der Does FEE, et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. www.nhg.org. Geraadpleegd februari 2009.

5.

onjuist

6.

juist

Metformine remt vooral de glucoseproductie in de lever en verbetert, mogelijk secundair aan het glucoseverlagende effect, de insulinegevoeligheid van de perifere weefsels. Daarnaast treedt een lichte daling op van het LDL- en het totale cholesterol. Metformine veroorzaakt géén hypoglykemie of gewichtstoename.
Bij patiënten met nieuw gediagnosticeerde diabetes mellitus type 2 en een BMI >27 is van metformine aangetoond dat het een verlaging van de mortaliteit en van macrovasculaire en diabetesgerelateerde eindpunten geeft.

Rutten GEHM, De Grauw WJC, Nijpels G,Goudswaard AN, Uitewaal PJM, Van der Does FEE, et al. NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. www.nhg.org. Geraadpleegd februari 2009.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 2

Literatuurverwijzingen: