Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vragen

redactie

Mevrouw Bos, een op milde hypertensie na gezonde, sportieve vrouw van 61 jaar, bezoekt het hypertensiespreekuur van de praktijkondersteuner. Deze ziet haar onderarm in het gips en vraagt hoe dat is gekomen. De praktijkondersteuner denkt aan de NHG-Standaard Fractuurpreventie.

1. De NHG-Standaard Fractuurpreventie is van toepassing op patiënten van 60 jaar en ouder.

2. In Nederland wordt het aantal fracturen bij ouderen geschat op 50.000 per jaar.

3. Een wervelfractuur en een recente niet-wervelfractuur (korter dan 2 jaar geleden) zijn de belangrijkste risicofactoren voor een volgende fractuur.

Het bleek een ongelukje dat iedereen kan overkomen, maar mevrouw Bos is verbaasd dat haar arm echt gebroken bleek. Dat had ze niet verwacht. In het ziekenhuis zijn fractuur- en valrisico niet met haar besproken. De praktijkondersteuner vraagt of ze de afgelopen twee jaar een fractuur heeft gehad. Inderdaad had mevrouw Bos twee jaar geleden een scheurtje in haar enkel. Verder informeert de praktijkondersteuner of mevrouw Bos het afgelopen jaar twee keer of vaker is gevallen. Dat blijkt niet het geval. Ook heeft ze geen ondergewicht.

4. Voor de bepaling van het fractuurrisico is vragen naar fracturen, vallen en de leeftijd voldoende.

5. Voor de bepaling van het valrisico is vragen naar frequent vallen voldoende.

6. Op deze leeftijd volgt na een fractuur binnen twee tot drie jaar vaak een volgende fractuur.

Bij verder doorvragen blijkt de moeder van mevrouw Bos indertijd overleden te zijn na een heupfractuur. De praktijkondersteuner vult de risicoscore in en denkt aan osteoporose. Ze verwijst mevrouw Bos naar de huisarts en maakt vast een afspraak voor leefstijladviezen en voorlichting bij haarzelf.

7. De meeste fracturen treden op bij patiënten met osteoporose.

8. De risicoscore van mevrouw Bos is 4.

De huisarts doet verdere anamnese, lichamelijk onderzoek, bekijkt comorbiditeit, medicatie en interacties daarvan en vraagt een DXA (botdichtheidsmeting) aan.

9. Bij patiënten boven de 50 jaar met een risicoscore van 4 of hoger wordt een DXA gedaan.

10. De uitslag van een DXA bestaat uit de T-score en de Z-score.

Mevrouw Bos komt terug bij de praktijkondersteuner voor leefstijladviezen en voorlichting. Ze blijkt osteoporose te hebben en gaat starten met medicatie.

11. De leefstijladviezen bij fractuurpreventie bestaan uit: lichaamsbeweging stimuleren, advies over calciumconsumptie, het ontraden van calcium zelfmedicatie zonder vitamine D en het adviseren van regelmatige blootstelling aan zonlicht buiten.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2013, nummer 1

Literatuurverwijzingen: