1. Juist
De Barthelindex geeft aan in hoeverre de patiënt zelfredzaam is bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). De tien items waar naar gekeken wordt zijn: ontlasting, urine, persoonlijke hygiëne, toiletbezoek, baden, eten, van bed naar stoel, lopen, aankleden en traplopen. Ieder item heeft een score en de totaalscore geeft een beeld over de hulpbehoevendheid c.q. zelfredzaamheid van de patiënt (zie www.tijdschriftpraktijkondersteuning.nl voor de Barthel-ADL-index).
[[tbl:396]]
2. Onjuist
3. Onjuist
Emotionele of gedragsmatige veranderingen die na een CVA vaak optreden en het veranderd sociaal functioneren vormen geen onderdeel van de Barthelindex, maar zijn wel relevant. Angst voor recidief, irreële verwachtingen, moeite het gedrag te reguleren, veranderde seksualiteitsbeleving, verwaarlozing, decorumverlies, zelfoverschatting, apathie, negatieve stemming en depressiviteit zijn zaken waar een patiënt zelden zelf mee komt, en waar de hulpverlener dus actief naar moet vragen. Een apart gesprek met de partner op het spreekuur is wenselijk, zodat deze vrijelijk kan spreken over diens eigen problemen als partner van de CVA-patiënt.
4. Juist
Het advies is het functioneel herstel in ieder geval na een week, drie maanden en zes maanden te beoordelen. [Verhoeven S, Beusmans GHMI, Van Bentum STB, Van Binsbergen JJ, Pleumeekers HJCM, Schuling J, et al. NHG-Standaard CVA. www.nhg.org.]
5. Juist
De basale reanimatie met AED start met borstcompressies in de frequentie van 100/min, met een diepte van tenminste 5 cm. Uiteraard is eerst de veiligheid voor slachtoffer en hulpverleners gecontroleerd, is gezorgd voor hulp/112 gebeld, en zijn het bewustzijn, de ademweg en de ademhaling gecontroleerd.
6. Juist
Hierna volgen twee beademingen, waarbij de ademweg met de hoofdkantel-kinlift wordt vrijgemaakt.
7. Juist
De reanimatie gaat ook tijdens de bevestiging van de AED-elektroden door. Tijdens de analyse van de AED en eventuele schok geeft het apparaat duidelijk aan de patiënt niet aan te raken.
8. Onjuist
Hierna wordt direct weer gestart met de basale reanimatie 30:2 zonder controle van de circulatie. Er wordt doorgegaan tot een patiënt goed bij bewustzijn komt (bewegen, openen van de ogen, normaal ademen), of de ambulance de reanimatie overneemt. [www.reanimatieraad.nl]
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 2
Literatuurverwijzingen: