Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vragen

redactie

In het Tijdschrift voor praktijkondersteuning bieden we je de mogelijkheid om je kennis up to date te houden, onder meer door te testen hoe het is gesteld met je kennis. De toetsvragen en -antwoorden zijn bedacht door huisarts Janine Freeke en zijn als juist/onjuist geformuleerd. Heb je zelf een vraag? Mail deze naar tpo@nhg.org. Wij sturen je vraag door naar Janine.
Mevrouw De Vries komt met haar man mee naar de praktijkondersteuner. Ze heeft een korte vraag. Gisteren is een kleine moedervlek op haar rug verwijderd, waarna de wond is gehecht. De hechtingen kunnen er na 7 dagen uit, maar mevrouw De Vries is vergeten te vragen hoe lang zij niet mag douchen en hoe lang zij een pleister op de wond moet plakken. De praktijkondersteuner vertelt mevrouw dat ze haar wond 48 uur droog moet houden en de wond met een pleister moet bedekken tot de hechtingen worden verwijderd.

1.

De informatie over de duur van het drooghouden van een wond is correct.

2.

De informatie over de duur van het bedekken van een wond is correct.

Praktijkondersteuners spelen een belangrijke rol in de uitleg over risico’s en risicoreducties.
Patiënten worden graag goed geïnformeerd en zijn benieuwd naar cijfers. Maar de interpretatie hiervan is vaak moeilijk. Een manier om getalsmatige informatie te geven is het gebruik van natuurlijke frequenties en ‘framing’.
Om het risicoprofiel voor een patiënt duidelijk te maken gebruikt een praktijkondersteuner de volgende uitleg: ‘Als een groep van 100 patiënten zoals u 10 jaar lang gevolgd wordt, dan – zo blijkt uit onderzoek – zullen 22 van die personen de ziekte ontwikkelen.’

3.

Dit is een voorbeeld van het gebruik van natuurlijke frequenties.

4.

Dit is een voorbeeld van positieve framing.

Om de informatie verder te verduidelijken laat de praktijkondersteuner een populatiediagram zien.

5.

Dit is een zinvolle manier om risico’s te belichten.

Onder de grote groep patiënten met hypercholesterolemie is een kleine groep met hoge cholesterolwaarden op basis van een erfelijke aandoening: familiaire hypercholesterolemie (FH). Bij een normpraktijk zijn gemiddeld 5 FH-patiënten ingeschreven. De diagnose wordt gesteld via anamnese, lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek. Een huisarts en praktijkondersteuner bespreken een aantal beweringen over FH: (1) het overervingspatroon van FH is autosomaal recessief; (2) een arcus lipoïdes onder de 45 jaar bij lichamelijk onderzoek duidt altijd op FH; (3) het laboratoriumonderzoek laat bij de meerderheid van onbehandelde patiënten een totaalcholesterol hoger dan 8 mmol/l of een LDL-cholesterol hoger dan 5 mmol/l zien. (4) Als het totaalcholesterol hoger is dan 8 mmol/l moet altijd genetisch onderzoek worden gedaan.

6.

Bewering 1 is correct.

7.

Bewering 2 is correct.

8.

Bewering 3 is correct.

9.

Bewering 4 is correct.

De antwoorden staan op pagina 151.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 5

Literatuurverwijzingen: