Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Vragen

redactie

De praktijkondersteuner bespreekt met de huisarts het slaapmiddelengebruik van mevrouw Brands, 72 jaar. In het dossier heeft de praktijkondersteuner chronisch slaapmiddelengebruik genoteerd. Wanneer mag je van ‘chronisch slaapmiddelengebruik’ spreken?

1. Bij gebruik van slaapmiddelen gedurende meer dan dertig dagen.

2. Bij gebruik van slaapmiddelen in de afgelopen drie maanden.

In het kader van een praktijkverbeterplan gaat de praktijkondersteuner samen met de huisarts patiënten met chronische slaapmedicatie opsporen. Ze maken gebruik van een minimale interventiestrategie. De praktijkondersteuner zoekt samen met de apotheek naar patiënten die maximaal één standaard dagdosering slaapmiddel per dag gebruiken. Wat is de volgende stap?

3. Het sturen van een stopbrief.

De heer Keerings is 56 jaar en wil zijn slaapmiddelengebruik afbouwen. Samen met de praktijkondersteuner is gekozen voor afbouwen met behulp van ‘gereguleerde dosisreductie’. Als eerste stap vervangt de praktijkondersteuner de zoplicon tabletten door temazepam.

4. Het vervangen van zoplicon door temazepam is hier een correcte actie.

De heer en mevrouw Lanshorst, beiden 65, komen voor een bloeddrukcontrole bij de praktijkondersteuner. Ze vertrekken binnenkort met de camper een tijdje naar het buitenland. Mevrouw Lanshorst vraagt of de praktijkondersteuner niet een slaapmiddel voor haar man kan voorschrijven. Hij snurkt heftig, schrikt dan plots wakker en is overdag niet uitgeslapen. Ze ziet dat niet zitten als ze op vakantie zijn. Thuis slaapt de heer Lanshorst al op een andere kamer.

5. De praktijkondersteuner zegt dat een slaapmiddel hier niet geïndiceerd is.

De 47-jarige mijnheer Gissen komt bij de praktijkondersteuner voor zijn astmacontrole. Als zij doorvraagt hoe het verder met hem gaat vertelt hij steeds meer problemen te krijgen met slapen. Mijnheer Gissen werkt al jaren in de ploegendienst van de plaatselijke energiecentrale. Hij vraagt of melatonine uitkomst kan bieden.

6. De praktijkondersteuner zegt dat melatonine hier een goede kortdurende oplossing is.

Mevrouw Meus, 84 jaar, klaagt bij de praktijkondersteuner dat zij de laatste jaren steeds lichter en korter lijkt te slapen. Ook is ze meer tussendoor wakker. Overdag haalt ze de slaap dan in door kleine dutjes te doen. De praktijkondersteuner zegt dat lichter en korter slapen een normaal patroon is bij ouderen.

7. Het beschreven patroon is fysiologisch.

Ze vertelt mevrouw Meus dat dutjes overdag niet aan te raden zijn.

8. Dit is een correct advies.

De praktijkondersteuner geeft algemene adviezen ten aanzien van slapen aan de 58-jarige heer Joosse. Welke van de onderstaande adviezen is correct?

9. Lever kort voor het slapengaan een forse inspanning.

10. Probeer zoveel mogelijk uit te slapen.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2014, nummer 4

Literatuurverwijzingen: