Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Voorkom prikangst, zorg voor afleiding?

redactie

Door het vaccinatieprogramma krijgen kinderen al vroeg te maken met injecties. Herinneringen aan pijn en ongemak bij het prikken kunnen leiden tot prikangst. Wie kent niet het voorbeeld van een kind dat op de praktijk moord en brand schreeuwt alleen al bij het woord prikje? Uit eerder onderzoek blijkt dat afleiding, hypnose of een combinatie van deze twee effectief zijn om angst te verminderen. Het doel van dit onderzoek was het testen van een meervoudige afleidingsmanoeuvre om pijn en ongemak bij injecties te verminderen.

Opzet Een gerandomiseerd klinisch onderzoek waarbij men keek naar de verschillen in reacties na een serie van drie injecties bij kinderen tussen 4 en 6 jaar, met of zonder afleidingsmanoeuvre. Men gebruikte subjectieve en objectieve pijnschalen om de verschillen in kaart te brengen in beide groepen. Blindering was niet mogelijk.

Methode Eenentwintig kinderen in de controlegroep kregen een set van drie vaccinaties volgens de normale procedure, terwijl twintig kinderen in de interventiegroep daarnaast een meervoudige afleidingsmanoeuvre kregen om pijn en ongemak bij het prikken te verminderen. De groepen waren identiek. Kinderen die ziek waren, moeite hadden met het opvolgen van aanwijzingen, of in het afgelopen jaar een ziekenhuisopname, venapunctie of een invasieve ingreep hadden ondergaan, werden uitgesloten van deelname. De afleidingsmanoeuvre in de interventiegroep bestond uit mondelinge aanwijzingen met daarnaast het toepassen van een verdovende spray (ethylchloride) op de plek van injectie, een hoefijzervormige, zachte, puntige plastic houder onder de arm (om het lichaam in de war te brengen over wat hard of zacht voelt), en op de andere arm een vibrerend instrument waar het kind zich op moest concentreren. Dit instrument bewoog over de arm. Wanneer het de elleboog raakte moest het kind elleboog zeggen en op dat moment gaf men twee intramusculaire injecties. Als de aandacht op het vibrerend instrument verslapte en er toch naar het prikken werd gekeken, werd het kind weer geïnstrueerd om het instrument te blijven volgen. De procedure werd aan de andere arm herhaald voor de subcutane injectie.
Men nam het geven van de injecties op video op. Na de injecties kreeg het kind een pijnschaal te zien met zes verschillende gezichtsuitdrukkingen: van glimlachend tot erg verdrietig. Men vroeg het kind welk gezicht het beste aangaf hoe het zich op dat moment voelde. Hetzelfde vroeg men aan de aanwezige ouders. Daarnaast analyseerde men de video-opname op gezichtsexpressie, arm- en beenactiviteit, huilen en de mate van troosten. Meetpunten waren vlak voor, na de eerste twee intramusculaire injecties en na de subcutane injectie.

Resultaten Zowel op pijnschalen die werden afgenomen bij het kind en de ouders, als bij de analyse van de video-opnamen, was er in de interventiegroep een significante vermindering van pijn en ongemak in vergelijking met de controlegroep.

Beschouwing Een combinatie van verschillende middelen om bij jonge kinderen pijn en ongemak te verminderen bij het krijgen van injecties blijkt te werken: de interventiegroep scoorde significant lager op de pijnschalen dan de controlegroep. Maar dit betekent niet dat we in de praktijk ook al deze hulpmiddelen uit de kast moeten trekken. Het blijft in dit onderzoek onduidelijk wat nu precies heeft gezorgd voor vermindering van pijn en ongemak. Daarnaast was er sprake van een (te) kleine onderzoeksgroep. Meer onderzoek is daarom nodig en daarbij zal ook naar meerdere leeftijdscategorieën gekeken moeten worden. Tot die tijd kunnen we kinderen die voor een injectie komen zoveel mogelijk proberen op hun gemak te stellen en waar nodig ze af te leiden, want dat kan natuurlijk nooit kwaad.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 5

Literatuurverwijzingen:

1Berberich FD, Landman Z. Reducing immunization discomfort in 4 to 6-year-old children: a randomized clinical trial. Pediatrics 2009;124:e203-9.