Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Verlaagde geforceerde vitale capaciteit

redactie

Mijnheer Veldberg is een 57-jarige man die nieuw op het astma-COPD spreekuur komt voor een vervolgconsult naar aanleiding van chronische hoestklachten en dagelijks last van kortademigheid. Hij vertelt na 100 meter lopen te moeten stoppen om op adem te komen (MRC-score 3). Hij rookt fors (42 pakjaren). U verricht een spirometrie als onderdeel van het consult. De blaastechniek van mijnheer Veldberg is goed en hij is in staat om 3 reproduceerbare metingen te blazen. Hieronder ziet u de beste metingen voor en na bronchodilatatie (BD). De rode curve is de pre-BD-meting, de blauwe curve de post-BD-meting.

Vraag 1

Wat vindt u van de kwaliteit van de curves?

Vraag 2

Hoe interpreteert u deze metingen?

[[img:195]]
[[tbl:223]]

Antwoorden

Antwoord 1

Zowel pre als post begint de flow-volumecurve met een snel stijgend deel. Daarna is er een goede piek, gevolgd door een gelijkmatig dalende curve. De inademing komt netjes terug bij het 0-punt. Technisch is de meting dus goed uitgevoerd.

Antwoord 2

De FVC is verlaagd, omdat deze onder de 80% van de voorspelde waarde ligt. De FER (FEV1/FVC) is daardoor mogelijk niet goed te beoordelen. De FEV1 is fors verlaagd. Dat past bij een ernstige obstructie. Er is geen reversibiliteit.

Wat is de betekenis van een verlaagde FVC?

Een verlaagde FVC (geforceerde vitale capaciteit) betekent dat de totale hoeveelheid lucht die na een maximale diepe inademing maximaal is uitgeblazen te klein is. Bij een verlaagde FVC luidt het advies om restrictie uit te sluiten. Maar wat is restrictie? In de NHG-standaard staat daarover: “Een restrictie in de longfunctie wordt gedefinieerd als een te lage totale longcapaciteit (TLC). Hierbij zijn de andere volumes eveneens afgenomen, vooral de (F)VC en FEV1.” Restrictie wil dus zeggen dat de longen minder lucht kunnen bevatten dan je op basis van de voorspelde waarden zou verwachten.
Een verlaagde vitale capaciteit en mogelijk restrictie kan verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste oorzaak van een verlaagde FVC gemeten met spirometrie in de huisartsenpraktijk is dat door hyperinflatie/airtrapping er meer lucht achterblijft in de long. Dit komt door het dichtvallen van de kleinere luchtwegen bij de geforceerde krachtige uitademing. Andere oorzaken (in de long zelf) zijn dat een long verkleind is na een longoperatie of dat een deel van de long niet meedoet met de ademhaling, omdat een deel van de luchtpijp is afgesloten. Dat kan bijvoorbeeld bij een infectie of door een carcinoom. Veel van deze oorzaken zijn of al van tevoren bekend, of kunnen met een longfoto (X-thorax) duidelijk worden. Oorzaken van restrictie buiten de long zijn een ernstige spierziekte waarbij men onvoldoende kracht kan opbrengen om bij een geforceerde manoeuvre volledig uit te ademen, of een ernstige houdingsafwijking zoals een scoliose. Tenslotte is een veel voorkomende oorzaak van een verlaagde FVC een foute ademtechniek.
De FVC is verlaagd als bij spirometrie mensen niet maximaal inademen aan het begin van de test, of onvoldoende lang uitademen aan het einde van de test. Bij herhaling van de test in bijvoorbeeld een longfunctielaboratorium van een ziekenhuis blijkt alles normaal te zijn. Er zijn een aantal kenmerken van de spirometrie die kunnen wijzen op een verlaagde FVC als gevolg van een foute test. In tabel 1 staan de foutenbronnen die een verlaagde FVC kunnen veroorzaken en de fenomenen waaraan dat te herkennen is.
[[tbl:224]]
Een verlaagde FVC kan dus op een onjuist uitgevoerde test (vaak), airtrapping (vaak) of op een restrictieve longaandoening duiden (zelden). Controleer daarom bij een verlaagde FVC eerst of de test goed is afgenomen. Doe eventueel ter controle een vitale capaciteitsmeting tijdens een langzame uitademing (slow vital capacity). Dat voorkomt dat de luchtwegen samenvallen. Als er toch een te lage vitale capaciteit is, dan is verder onderzoek nodig om te beoordelen of er daadwerkelijk een restrictieve stoornis bestaat. Eerste stappen zijn een goede anamnese, kijken in de voorgeschiedenis, een X-thorax en herhaling in een longfunctielaboratorium van een ziekenhuis met daarbij meting van de totale longcapaciteit (TLC). Spirometrie zelf is onbruikbaar om een restrictie aan te tonen.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 1

Literatuurverwijzingen: