Stoppen met roken is de belangrijkste interventie bij COPD. Een meta-analyse vergeleek het effect van interventies bij stoppen met roken bij COPD met de gebruikelijke zorg. De 8 geschikte onderzoeken, waarvan 2 uit de eerste lijn in Nederland, omvatten ruim 7000 patiënten. De resultaten: de Odds Ratio (OR) van stoppen-met-rokencounseling plus nicotinesubstitutie vergeleken met de gebruikelijke zorg was 5,08; de OR van stoppen-met-rokencounseling mét een antidepressivum was 3,32 vergeleken met stoppen-met-rokencounseling zonder antidepressivum. Alleen stoppen-met-rokencounseling was met een OR van 1,81 (p = 0,07) niet aantoonbaar beter dan de gebruikelijke zorg. De auteurs concluderen dat er beperkt bewijs is dat stoppen-met-rokencounseling plus nicotinesubstitutie bij COPD effectiever is dan de combinatie met antidepressiva. Het resultaat van stoppen-met-rokeninterventies bij COPD is, net als bij rokers zonder COPD, teleurstellend. En het contrast tussen de honderden trials voor medicamenteuze COPD-behandeling en de karige opbrengst van dit onderzoek is ‘dramatisch’. De onzekerheid over het effect van interventies bij stoppen met roken bij COPD blijft groot, want slechts twee van de acht ingesloten onderzoeken voldeden aan het wetenschappelijke harde criterium van continue, biochemisch gevalideerde abstinentie, twaalf maanden na het stoppen met roken. Het merendeel van de onderzoeken deed alleen verslag over de eerste zes maanden na het stoppen, en hanteerde de puntprevalentie van stoppen met roken op dat moment (niet gerookt in de laatste week van de follow-up). Verder is het jammer dat onderzoeken naar varenicline niet meegenomen konden worden in de analyse, evenmin als het recente Nederlandse onderzoek naar intensieve interventie bij COPD-patiënten op de poli van de longarts. Mijn conclusie: spreek gewoon over roken, en maak er geen drama van. Gewoon doen en ondersteunen met een medicament waar gewenst, juist bij COPD. (Ben Ponsioen)