Het gebruik van verrijkte boter met omega 3-vetzuren vermindert niet het risico om na een hartinfarct opnieuw ernstige cardiovasculaire aandoeningen te krijgen. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers.
Veertig maanden lang gebruikten patiënten tussen de 60 en 80 jaar met een doorgemaakt hartinfarct, een speciale margarine voor op brood. De margarine was verrijkt met eicosapentaeenzuur en docosahexaeenzuur, met alfa-linoleenzuur, met een combinatie van deze 3 omega 3-vetzuren, of was niet verrijkt (placebo). Smaak, geur en reuk van de 4 margarines waren identiek. Zowel bij onderzoekers als patiënten was daardoor niet bekend welke margarine werd gebruikt. De onderzoeksgroep bestond voor bijna 80% uit mannen en de patiënten kregen gemiddeld 4 jaar voor de start van het onderzoek het infarct. Bijna alle patiënten kregen adequate therapie voor hypertensie, hypercholesterolemie en antistolling. De onderzoekers keken vooral naar het ontstaan van nieuwe cardiovasculaire aandoeningen bij de 4 verschillende groepen. Van de 4837 patiënten die aan het onderzoek deelnamen kregen er 671 opnieuw cardiovasculaire problemen. Het maakte niet uit welke boter gebruikt werd: na follow-up was er geen significant verschil tussen de vier groepen wat betreft nieuwe hartinfarcten, herseninfarcten, dotterbehandelingen of omleidingen. Hoewel eerder onderzoek wel positieve effecten vond van het gebruik van omega 3-vetzuren, komt dat er bij dit onderzoek niet uit. Mogelijk dat de verbeterde behandeling van hypertensie en cholesterol (secundaire preventie) hier een rol in speelt. Hierdoor daalt het risico op hart- en vaatziekten al aanzienlijk en zal het effect van een verrijkte boter moeilijker aan te tonen zijn. Gezien deze conclusies kunnen we dus met een gerust hart onze patiënten na een hartinfarct met een gewone boter laten smeren, met voorkeur voor een (dieet)halvarine, dat dan weer wel.
Jacolien Potkamp
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2011, nummer 1
Literatuurverwijzingen: