Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

“Samenwerking met andere disciplines is erg belangrijk”

redactie

Gertruud werkte als doktersassistente toen zij bij de Districts Huisartsen Vereniging in Amersfoort terechtkwam. Zij begon met een programmatisch preventieproject voor griep, baarmoederhalskanker en familiaire hypercholesterolemie en ging vervolgens ook praktijkondersteuning doen. “Een heel nieuw traject dat nog helemaal ontwikkeld moest worden, en daardoor erg leuk.” De Districts Huisartsen Verenigingen werden opgeheven en vervolgens kwam Gertruud in dienst bij de ROS (Raedelijn), een adviesbureau voor samenwerken en ondernemen in de eerste lijn. De ROS’en streven naar meer samenhang in de zorg en een betere samenwerking tussen zorgverleners in en rondom de eerste lijn. “Vanuit de huisarts als spil kom je al gauw op de praktijkondersteuners die te maken hebben met onder meer diëtisten en fysiotherapeuten,” vertelt Gertruud. “Ik denk dat er een grote stap gezet is in het multidisciplinair samenwerken. Dat je meer wijk- en buurtgericht kijkt naar hoe je elkaar kunt vinden, waar je elkaar in kan ondersteunen en waar je profijt kan halen van elkaar. Daar komt het eigenlijk op neer. Samenwerking met andere disciplines is gewoon heel erg belangrijk. Dit komt vooral ten goede aan de kwaliteit van zorg voor de patiënt.”

Begeleiding

Wanneer een huisarts praktijkondersteuning in zijn praktijk wil, kan hij Raedelijn inschakelen om hem hierin te begeleiden. Die begeleiding bestaat uit diverse taken, zoals: een intake met de huisarts, het maken van een offerte, hulp bij het opstellen van een plan van aanpak met zicht op visie, doelgroep, activiteiten en financiële onderbouwing, en het organiseren van een visitatie. “Die visitatie doen we niet als praktijken net zijn geaccrediteerd of als ze net ‘pluspraktijk’ zijn geworden. Dan nemen we alleen de verbeterpunten mee”, vertelt Gertruud. “Ook begeleiden we het inwerken van de praktijkondersteuner. Daarvoor hebben we een vast protocol opgesteld, waarin bijvoorbeeld staat hoe je werkafspraken kunt maken. De sollicitatieprocedure regelt de huisarts zelf, net als de financiële afhandeling met de zorgverzekeraar.” Gertruud merkt dat de strakke sturing door de zorgverzekeraar in de loop der tijd wat losser is geworden. “Voorheen lag het accent vooral op diabeten, nu gaat het veel meer erom waar de zorgvraag van de praktijk ligt. Die moet als eerste worden aangepakt. Bovendien komen er steeds meer mogelijkheden met modules bij, zoals ouderenzorg, polyfarmacie en ggz.” Een ander onderdeel van Gertruuds werk is begeleiding bij praktijkvoering als praktijken gaan fuseren. “Hoe laat je drie solopraktijken met elkaar samenwerken en zorg je dat de assistentes door één deur kunnen? Dat betekent afspraken maken over protocollen en taakverdelingen. Soms moet ik brandjes blussen in praktijken waar conflicten zijn. Dan help ik als buitenstaander om de zaken helder te krijgen, zodat het conflict kan worden uitgesproken.” Ook organiseert en ondersteunt Gertruud netwerkbijeenkomsten voor praktijkondersteuners. “In het begin was het nogal pionieren voor de praktijkondersteuners en zijn we netwerkbijeenkomsten gaan organiseren per regio zodat ze met elkaar konden kennismaken en konden leren van elkaars ervaringen. In het begin waren dat hele kleine groepjes, maar dat breidde zich allengs uit.”

Komst praktijkondersteuner

De ontwikkeling van praktijkondersteuning heeft Gertruud volop meegemaakt. “De komst van de praktijkondersteuner voelde soms als bedreiging voor de doktersassistentes, die dachten dat daarmee hun functie zou worden uitgekleed. En ook heel wat huisartsen hadden er moeite mee om hun patiënten af te staan aan een niet-huisarts. Het heeft heel wat voeten in aarde gehad om praktijkondersteuning goed te implementeren in de praktijken en om de meerwaarde ervan aan te tonen. Gaandeweg het traject werd iedereen er eigenlijk heel erg blij van. Praktijkondersteuning bleek een taakverlichting voor de huisartsen voor de chronische zorg. Helaas was het geen verlichting van de werkdruk, hoewel dat altijd wel de insteek is geweest. Wel konden de huisartsen zich meer richten op de complexe zorgvraag. In Utrecht ging vaak een gedetacheerde verpleegkundige als praktijkondersteuner aan de slag”, vertelt Gertruud. “Die zag alleen diabetespatiënten of astma/COPD. In de rest van de regio namen de meeste huisartsen zelf iemand in dienst die als praktijkondersteuner was opgeleid. Vaak begonnen ze met diabeten omdat die groep het best in kaart was gebracht. Daarnaast bracht de praktijkondersteuner ook andere groepen in kaart, zoals mensen met cardiovasculair risico en astma/COPD-patiënten. Behalve uitbreiding van taken is de functie van praktijkondersteuner somatiek eigenlijk weinig veranderd ten opzichte van het begin.”

Ouderenzorg

Eén van die nieuwe taken is ouderenzorg. Raedelijn heeft een protocol ouderenzorg ontwikkeld en geïmplementeerd in een aantal praktijken. Gertruud is een groot voorstander van screening, maar “het kost veel tijd, zeker als je de anamnese aan huis afneemt. De investering is al snel een uur en dan komen er nog de nodige werkzaamheden bij, zoals de informatie verwerken en overleg met de huisarts. Het is een intensief traject. Het zou mooi zijn om een minder tijdrovende manier hiervoor te vinden, waarbij je toch de meest essentiële dingen in beeld hebt. Aan de andere kant zijn alle screeningsonderdelen van belang om te weten. Ik adviseer praktijken ook wel om een ouderenconsulent in de wijk in te schakelen of in contact te treden met de gemeente of de GGD. De meerwaarde die de praktijkondersteuner heeft bij ouderenzorg is dat zij de informatie verwerkt en met de huisarts bespreekt en dat de mensen in de gaten worden gehouden. Dat is heel belangrijk.”

Praktijkondersteuner-ggz

De implementatie van de praktijkondersteuner-ggz doet Gertruud ook. “Het grote voordeel van de praktijkondersteuner-ggz is dat zij voor patiënten heel laagdrempelig is. Of ze nou sociaal psychiatrisch verpleegkundige, maatschappelijk werker, of eerstelijnspsycholoog is, dat maakt niet uit. Wel van belang is dat de praktijkondersteuner-ggz ook de korte lijnen behoudt met de eerstelijnspsycholoog en maatschappelijk werk, om goed af te stemmen wie wat doet en welke deskundigheid heeft. Voor patiënten is het ook prettig dat het vaak gaat om kortdurende behandelingen. Mensen willen soms alleen maar hun verhaal kwijt en even de weg gewezen worden, dan kunnen ze zelf weer verder.”

Achtergrond praktijkondersteuners

“In het werk is er geen verschil tussen de praktijkondersteuner die verpleegkundige is of de doktersassistente die de opleiding POH gedaan heeft, want ze werken allemaal volgens de gestandaardiseerde protocollen”, is het antwoord van Gertruud op onze vraag wat zij vindt van de discussie over de verschillende achtergronden die praktijkondersteuners hebben. “Wat je wel merkt, is dat er anders wordt aangekeken tegen praktijkverpleegkundigen die praktijkondersteuner zijn dan tegen degenen met een doktersassistentenachtergrond. De hbo-opgeleide doktersassistente tot praktijkondersteuner heeft de gerichte opleiding voor praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk gedaan. Een verpleegkundige is wat breder opgeleid. Overigens stelt de zorgverzekeraar al vanaf het begin als eis dat praktijkondersteuners een specifieke opleiding volgen op hbo-niveau. In het begin werd nog wel eens oogluikend toegelaten dat doktersassistentes zonder opleiding praktijkondersteunende werkzaamheden deden, maar sinds drie jaar is dat echt voorbij.”

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2013, nummer 2

Literatuurverwijzingen: