Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Perlèche

redactie

perlecheVervelende scheurtjes (ragaden) in een of beide mondhoeken heet perlèche of anguli infectiosi. Perlèche kan hardnekkig en pijnlijk zijn, jeuken, en ziet er niet mooi uit. Sommige patiënten denken dat er iets ernstigs aan de hand is. Je ziet bij de patiënt verweking van de huid en kloofjes in de mondhoeken. Soms ziet het er gelig korstig uit en breidt het zich ook uit naar de omliggende huid.

Wat is er over bekend?

Perlèche komt regelmatig voor, er zijn echter geen betrouwbare cijfers hoe vaak. De belangrijkste oorzaken zijn droge lippen, scheurtjes/kloofjes en plooivorming in de mondhoeken. Je ziet het vaak bij mensen met een slecht passende gebitsprothese en bij oudere mensen doordat de huid van de wangen invalt door verlies van elasticiteit. Soms zijn er uitgebreidere afwijkingen in de mond, zoals een schimmelinfectie onder de prothese. Mensen met andere huidaandoeningen, zoals aangeboren of seborroisch eczeem, of psoriasis, hebben er eerder last van. Verweking van de huid, het afvloeien van speeksel via de mondhoek en het daardoor ontstaan van een goede voedingsbodem voor micro-organismen zorgen voor het ‘smetten’ van de mondhoeken. De belangrijkste micro-organismen zijn candida albicans (witte weke verkleuring) en vaak secundair bacteriën als stafylokokken en/of streptokokken (gelig korstig).

Wat kan ik voor de patiënt doen?

Tijdens lichamelijk onderzoek kun je de perlèche bekijken en vragen naar de uitgebreidheid ervan. Zijn het alleen de mondhoeken of zijn er ook klachten in de mond-/keelholte, zoals een tandvleesontsteking of schimmelinfectie? Hoe past het gebit en hoe is de vorm van de mondhoek? Ook vraag je na of de patiënt andere huidaandoeningen heeft. Natuurlijk kun je altijd overleggen met de huisarts.

Wat kan ik uitleggen en hoe ziet de behandeling eruit?

Vertel de patiënt dat het een onschuldige kwaal is, met vaak een gunstig natuurlijk beloop. Soms gaat perlèche vanzelf over, maar het kan ook regelmatig terugkeren en erg hardnekkig zijn. Bij hinderlijke en hardnekkige klachten kan de patiënt de mondhoeken ontsmetten met een chloorhexidinecrème en behandelen met miconazolcreme 2% (vrij verkrijgbaar). Twee weken lang twee maal daags smeren tot een paar dagen na genezing is meestal voldoende, soms duurt het langer. Zinkolie helpt de huid indrogen en werkt beschermend. Aanvullende diagnostiek is in eerste instantie niet nodig. De huisarts neemt alleen een kweek af bij ernstige progressieve huidinfecties. In zeldzame gevallen kan vitamine B-deficiëntie of ijzertekort een rol spelen, maar bloedonderzoek is bij perlèche zeker geen standaard procedure. Wanneer er aanwijzingen zijn voor een secundaire bacteriële infectie, geeft de huisarts driemaal daags fusidinecreme 20% gedurende twee weken. Bij hardnekkig persisteren of uitbreiding naar omliggende huid schrijft hij een orale antibioticakuur voor, bijvoorbeeld flucloxacilline drie maal daags 500 mg. Behandel afwijkingen in de mond gelijktijdig, bijvoorbeeld een schimmelinfectie met daktarin orale gel. Bij een stomatitis prothetica krijgt de patiënt het advies het gebit twee weken uit te laten zodat de huid en de mondflora zich kunnen herstellen. Uitleg over hygiëne en een goede reiniging van tanden, gebit en mondholte is belangrijk, omdat voedselresten een schimmelinfectie van de mond kunnen veroorzaken. Ook kan overmatig likken van de mondhoeken de klachten in stand houden. Bekijk samen met de patiënt of er onderliggende factoren zijn die de klachten kunnen voorkomen. Zo vraagt een slecht passende gebitsprothese om verwijzing naar de tandarts; die zorgt ervoor dat de prothese hoger komt en de lip en wang weer goed gevuld zijn. Wanneer je perlèche denkt te zien, bijvoorbeeld als je de inhalatietechniek controleert, kaart het dan aan. Je hebt vaak een dankbare patiënt als resultaat!

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 4

Literatuurverwijzingen:

Literatuur

1Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Opstelten W (redactie). Kleine kwalen in de huisartsenpraktijk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg, 2007.
2Sillevis Smitt JH, Van Everdingen JJE, Starink ThM, De Haan M. Dermatovenereologie voor de eerste lijn. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2004.