Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Ondertussen in H&W 12…

redactie

Stoornissen botmineraalhuishouding bij chronische nierschade

Vooral bij diabetespatiënten en mensen met een verhoogd cardiovasculair risico komt chronische nierschade vaak voor. Hierbij is nogal eens sprake van een verstoorde botmineraalhuishouding, dat weer kan leiden tot een (extra) verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Een goede indicator hiervoor is de parathormoonspiegel (PTH). Ellen Huijbers en haar collega’s onderzochten hoe vaak stoornissen in de botmineraalhuishouding in 2012 en 2013 voorkwamen bij 370 patiënten met een verlaagde geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) in huisartsenpraktijken in Zuidoost-Brabant. Bij 73% werden afwijkingen in de botmineraalhuishouding vastgesteld: 60,3% had een verhoogd PTH, 38% een verlaagd vitamine D-gehalte, 8% een verhoogd calcium en 0,8% een verhoogd fosfaatgehalte. De onderzoekers concluderen dat wanneer patiënten een bekend risicoprofiel hebben en een niet-fysiologisch verlaagde eGFR, er vaker dan verwacht sprake is van stoornissen in de botmineraalhuishouding. Een verhoogd PTH komt het vaakst voor. Vitamine D kan hier wellicht een gunstige rol in spelen doordat het de botmineraalhuishouding verbetert. De onderzoekers denken dan ook dat wanneer je risicopatiënten screent op PTH, calcium, fosfaat en vitamine D, dit nogal wat nieuwe kandidaten op zal leveren voor vitamine D-suppletie.

Zorgconsumptie op de huisartsenpost

Er is verschil in het aantal patiënten per huisartsenpraktijk dat gebruikmaakt van de huisartsenpost. Dat heeft deels te maken met de populatie, maar ook met de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de huisartsenpraktijk. Marleen Smits en haar collega’s kwamen erachter dat de zorgconsumptie op de huisartsenpost groter is bij praktijken met meer jonge kinderen en allochtonen, en bij praktijken die dichtbij de huisartsenpost gevestigd zijn. Ook bleek de zorgconsumptie hoger te zijn bij huisartsenpraktijken waar de telefonische wachttijd langer is en waar de huisarts niet beschikbaar is voor palliatieve patiënten.

Patiënten zoeken luisterend oor bij POH-ggz

De meeste huisartsenpraktijken hebben tegenwoordig een POH-ggz (83-91%). Het NIVEL onderzocht met welke klachten patiënten de POH-ggz bezoeken. Dat zijn: overspannenheid, stress, neerslachtigheid en depressieve klachten, maar ook rouwverwerking, onzekerheid, omgaan met emoties, angst- en paniekklachten en problemen op het werk. Patiënten hebben gemiddeld vijf tot zeven gesprekken met de POH-ggz en hebben dan vooral behoefte aan een luisterend oor. Ze willen weten hoe ze met hun problemen moeten omgaan (76%) en daarnaast leren voorkomen dat de problemen terugkeren (44%). De POH’s-ggz zetten vooral psycho-educatie of cognitieve gedragstherapeutische gesprekken in, naast probleemverheldering of diagnostiek. POH’s-ggz scoren een 8,4 voor de manier waarop ze patiënten helpen.

En verder in H&W 12…

…zijn er diverse onderwerpen variërend van slaapapneu, epilepsie, risico’s na een cataractoperatie en huidaandoeningen na terugkeer uit de tropen tot de behandeling van somatisch onverklaarde lichamelijke klachten.

www.henw.org

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2015, nummer 6

Literatuurverwijzingen: