Roken leidt niet bij iedereen tot evengrote schade. De zogenaamde ‘dutch hypothesis’ gaat ervan uit dat astma, COPD en longemfyseem tot eenzelfde ziektebeeld horen dat ontstaat door een combinatie van omgevingsfactoren en erfelijke aanleg. Over deze erfelijke aanleg wordt steeds meer bekend. Zo is matrix-metalloprotease 12 (MMP12) verantwoordelijk voor het ontstaan van emfyseem in muizen. Dit enzym komt vrij uit weefselmacrofagen die surveilleren in de lymfebanen van het longweefsel. Het leidt tot uiteenvallen van de extracellulaire matrix. Het was al bekend dat rokers meer MMP12 tot expressie brengen dan niet-rokers, wat doet vermoeden dat dit enzym ook bij mensen belangrijk is voor het ontstaan van COPD.
Hunninghake et al. onderzochten of dit vermoeden klopt. Hun onderzoeksgroep bestond uit meer dan 8300 volwassenen en kinderen die meededen aan 7 prospectieve cohortonderzoeken naar het ontstaan en beloop van astma en COPD. Zij ontdekten dat een normaal voorkomende, maar vrij zeldzame genetische variant van MMP12 een beschermend effect heeft op de longfunctie. Zowel bij volwassenen als kinderen met astma was de genetische variant van MMP12 sterk geassocieerd met hogere FEV1-waarden. De genetische variant gaf daarnaast 35% reductie van het risico op het ontstaan van COPD. Dit positieve effect was met name zichtbaar bij rokers. Helaas kwam de beschermende genetische variant van MMP12 maar bij 0,1% van de onderzochte personen voor.
Men boekt vooruitgang in het ontrafelen van de genetische vingerafdruk die mensen kwetsbaar maakt voor het ontwikkelen van COPD. Mogelijk heeft dit in de toekomst therapeutische consequenties, maar voorlopig blijft stoppen met roken het beste advies! (Linda Bröker)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 3
Literatuurverwijzingen: