De zorgverlenersketen rond een diabetespatiënt werkt nog op veel plaatsen niet volgens de zorgstandaard. De patiënt staat nog vaak niet centraal. Vooral op langere termijn brengt dat risico’s voor de patiënt met zich mee. Dit concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg na een onderzoek naar de mate waarin zorggroepen de zorgstandaard Diabetes hebben ingevoerd.

Een veelbelovende aanpak bij het waarborgen van de kwaliteit van zorg voor chronisch zieken is het aanbieden van multidisciplinaire zorg in ketens. In 2007 bracht de Nationale Diabetes Federatie de zorgstandaard Diabetes type 2 uit. Door te werken volgens de zorgstandaard zullen zorggroepen de risico’s naar verwachting beter kunnen beheersen, zal de kwaliteit van de zorg verbeteren en gezondheidsschade verminderen.

Zorgaanbieders hebben inmiddels enkele jaren de tijd gehad om de zorgstandaard te implementeren. De invoering van de zorgstandaard Diabetes is nog niet volledig geslaagd. Enkele zorggroepen zijn intensief bezig met implementeren, maar een groot aantal zorggroepen staat nog aan het begin. De zorggroepen hebben een aantal zaken goed geregeld: zo hebben zorgverleners zich georganiseerd en afspraken met ketenpartners gemaakt over doorverwijzing. Zorggroepen organiseerden scholing voor zorgverleners in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten en verzamelden kwaliteitsgegevens. De inspectie concludeert echter dat de patiënt nog niet echt centraal staat. Bijna geen enkele zorggroep maakt gebruik van multidisciplinaire patiëntendossiers en individuele zorgplannen. Ook krijgen patiënten weinig daadwerkelijke ondersteuning bij zelfmanagement. Daarnaast zijn er veel problemen rondom de geautomatiseerde (keten)informatiesystemen en de financiering van de diabeteszorg volgens de zorgstandaard. Zorggroepen moeten daarom meer energie steken in het werken volgens de zorgstandaard.

Als het gaat om kwaliteitsverbetering en opzetten van ketenzorg loopt de diabeteszorg in Nederland voorop, met de praktijkondersteuner diabeteszorg als sleutelfiguur. Blijkbaar is hun voortrekkerswerk voorlopig nog niet ten einde!

Aukje van Beek