Patiënten met hart- en vaatziekten krijgen acetylsalicylzuur (aspirine) voorgeschreven om nieuwe events te voorkomen, tenzij er een indicatie is om cumarinederivaten te geven. Dat aspirientje lijkt belangrijk. Er wordt dan ook wel eens gesuggereerd dat ouderen in verzorgingshuizen dagelijks preventief aspirine in de soep moeten krijgen… Niet doen!
In een meta-analyse bekeken onderzoekers 9 verschillende onderzoeken over het effect van acetylsalicylzuur op ziekte en sterfte, zowel op cardiovasculair als niet-cardiovasculair gebied. Wat bleek? Het slikken van aspirine verminderde wel het totale risico op niet-fatale hart- en vaatziekten met 10%, maar niet op het krijgen van een fataal hartinfarct, sterven aan hart- en vaatziekten of een beroerte. De onderzoekers stellen dat een mogelijk voordeel van aspirine niet opweegt tegen het verhoogde risico op ernstige bloedingen. De kans op zo’n bloeding lag maar liefst 31% hoger bij de aspirinegebruikers. De conclusie uit het onderzoek is dan ook dat aspirine niet geschikt is voor primaire preventie. Alleen in bijzondere, specialistische gevallen kan het wel wijs zijn en zo staat het ook in de herziene NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement. (Aukje van Beek)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 2
Literatuurverwijzingen: