Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Actievere psychogeriatrische patiënt

redactie

Nederlandse onderzoekers includeerden 168 patiënten die dementie hadden, een anam­nes­tische of andere cognitieve stoornis, een mini-mental state examination (MMSE) tussen 18 en 27, en/of een score tussen 5 en 19 op de barthelindex. Ook werden de competentie en belasting van de mantelzorger gemeten. Primaire uitkomstmaten waren de multipele neuropsychia­trische symptomen bij de patiënt, gemeten met de neuro-psychiatric inventory (12 items). Er waren 3 metingen: bij aanvang, aan het eind van het onderzoek en 6 maanden daarna. Zevenentachtig deel­nemers volgden het reguliere zorgprogramma en 81 patiënten het IRR-programma, gericht op het optimaliseren van het cognitief en lichamelijk functioneren van de patiënt. Hierbij wordt een interventieplan opgesteld voor de patiënt en de mantelzorger. Na afloop van het onderzoek had de IRR-groep minder symptomen en ze waren minder ernstig. Het verschil tussen de IRR-groep en de controlegroep was 1,31 (SD 2,47) voor het aantal neuropsychiatrische symptomen en 11,16 (SD 21,02) voor de gemiddelde ernst. De algemene belasting van de mantelzorger bleek in de IRR-groep significant lager (17,69; SD 28,05) net als de emotionele belasting (3,78; SD 8,51). Ook was de competentie van de mantelzorgers meer toegenomen in de IRR-groep (6,26; SD 10,31). Na 6 maanden waren deze effecten nog steeds aanwezig, maar in mindere mate en niet statistisch significant. De competentie van de IRR-mantelzorgers was wel verder toegenomen. De onderzoekers pleiten ervoor integratieve psychotherapeutische interventies meer deel uit te laten maken van de zorgprogramma’s in verpleeghuizen. Annette van Vliet

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 4

Literatuurverwijzingen:

1Bakker TJEM, et al. Integratief reactiverings- en rehabilitatieprogramma voor psychogeriatrische patiënten. Gunstig effect, ook op de mantelzorgers. Ned Tijdschr Geneeskd 2012;156:A4049.