Behandeling van depressie bij hartpatiënten leidt volgens huidig onderzoek slechts tot een minimale verbetering van de depressie en niet tot een lagere cardiovasculaire mortaliteit of morbiditeit. Als een van de redenen van deze tegenvallende uitkomst suggereren de auteurs dat mogelijk het goede wetenschappelijke onderzoek nog niet is gedaan. Ook speelt ongezond gedrag dat gepaard gaat met een verhoogd risico op cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit mogelijk een rol. Denk hierbij aan de klassieke thema’s: roken, gezond eten, gebrek aan lichaamsbeweging en het niet regelmatig innemen van medicijnen. Dit komt vaker voor bij depressieve patiënten. Onderzoek zal moeten uitwijzen of meer oog voor dit gedrag naast de behandeling van de depressie een meer succesvol resultaat geeft.
Omdat onderzoeken naar de positieve of negatieve effecten van screening op depressie bij hartpatiënten ontbreken, vinden de auteurs het op dit moment onacceptabel om standaard te screenen.
Blader nog eens terug in TPO nr. 6 (2008): hier is alles te lezen over depressie bij hart- en vaatziekten. De depressievragen hoeven dus nog niet standaard aan het protocol te worden toegevoegd, maar oog voor het geestelijk welzijn van je patiënten blijft geboden! (GvG)