Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Snack attack

redactie

Astrid, een van de huisartsen, viert vandaag haar dertigste verjaardag en trakteert tijdens de koffie op taart. Heel erg gefeliciteerd, hoera en lang zal ze leven, maar ik wil wat kilo’s kwijt. Nee zeggen tegen een traktatie gaat niet, maar ik stel het eten ervan zo lang mogelijk uit en zet de tompouce naast mijn computer in de hoop dat er in de tussentijd wat calorieën verdampen.
John komt op het spreekuur. Hij is 48, heeft een te hoge bloeddruk en is veel te zwaar. Hij slikt hydrochloorthiazide; althans dat is de bedoeling. Hij heeft al eerlijk toegegeven dat het slikken er wel eens bij inschiet. Tijdens het vorige consult heb ik met hem gesproken over lichaamsbeweging en aangepaste voedingspatronen. Maar hij heeft het zwaar met zijn extra kilo’s. Hij rijdt vijf dagen in de week op de vrachtwagen, beweegt dus weinig en leidt een onregelmatig leven. Als hij ’s nachts thuiskomt van zijn werk moet hij wat eten voordat hij kan slapen. Het liefst kokosmakronen – met slagroom – als hij de kans krijgt. Ik heb rustig uitgelegd dat hij regelmatig moet eten en vooral zijn nachtelijke strooptochten moet staken. Maar hij staat de hele dag bloot aan allerlei snackparadijzen. Heb je weleens halt gehouden bij zo’n truckstop? Linksaf voor de snackbar, rechtsaf voor de pizzeria en rechtdoor voor het zelfbedieningsrestaurant waar ze ook verse maaltijdsalades verkopen. Op de een of andere manier valt die laatste optie altijd af. Je gaat onverbiddelijk voor de vette hap. Zo ook John. Het is hem wel gelukt om te stoppen met roken, maar dat heeft hem er niet lichter op gemaakt, helemaal niet.
Hij gaat tegenover me zitten en kijkt me nors aan. Zijn stoel zit hem vandaag niet lekker, hij wiebelt onrustig heen en weer. Zonder wat te zeggen ontbloot hij zijn arm voor de bloeddrukmeting. ‘Zo, toe maar dan’. Hij oogt kwetsbaar bij mij aan tafel. Veel van wat hij is, hangt samen met zijn werk en zonder zijn wagen is hij bloot.
De bloeddruk is iets gedaald, maar nog steeds te hoog en ik neem nog eens alles met hem door. We spreken af dat hij na elke werkdag een ommetje gaat maken, desnoods met een hond, en dat hij de kokosmakronen laat staan.
John sputtert niet tegen; hij zegt dat hij weer zijn best gaat doen. Maar dan valt hij stil. Zijn oog heeft mijn tompouce gespot en hij grijnst naar me. Met mijn gewone repertoire kon ik John moeilijk motiveren, maar het prikkelt hem om te zien dat ik moeite heb om snacks te weerstaan. Hij weet net zo goed als ik dat het gebakje daar niet onschuldig staat te zijn. Hij herkent in mij een lotgenoot, iemand die met eten worstelt.
Uit onderzoek blijkt dat patiënten makkelijker advies van je aannemen als je zelf het goede voorbeeld geeft: je moet er gezond uitzien als je gezondheidsadviezen geeft. Blijkbaar werkt het ook andersom. John is enorm opgelucht dat de juf van vlees en bloed is. Ik kijk met een blos op mijn wangen naar het schoteltje en weet even niets te zeggen. Maar John veert op, geeft me een stevige hand en belooft me beterschap. Zijn belofte klinkt ook als een aanmoediging voor mij.
Als ik ’s avonds thuiskom, zie ik dat mijn buurvrouw het vuil vast buiten heeft gezet. Een doos van de Leg Shaper en daarnaast lege dozen van IKEA. Ze is net gescheiden en heeft alles in huis gehaald voor haar nieuwe leven. De poëzie ligt op straat. Misschien is de Leg Shaper ook geschikt voor John. Past makkelijk in zijn cabine en een minuut per dag schijnt voldoende te zijn voor slanke dijen. Met de gedachte aan de bolle trucker die een minuutje shapen op de parkeerplaats pakt, bel ik bij de buurvrouw aan. Even horen hoe het met haar gaat en wie weet, kan ik die Leg Shaper even uitproberen?

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 6

Literatuurverwijzingen: