Het gebruik van de percutane zuurstofsaturatiemeter voor het meten van de Saturation of peripheral Oxygen (SpO2) is niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk. SpO2 ≤ 92% is een maat voor hypoxemie. Schermer et al. onderzochten de gebruiksmogelijkheden door de Nederlandse huisarts van dit uiterst eenvoudige apparaatje, dat tevens de polsfrequentie – aan de vinger – meet.
Een forum van 11 huisartsen (‘early adopters’) wees op de 3 gebruiksmogelijkheden: bij acute dyspnoe, bij respiratoir falen en bij patiënten met COPD. Vervolgens bleek bij 6% van 207 stabiele patiënten met licht tot ernstig COPD een SpO2 van ≤ 92% te bestaan. De afname in SpO2 bij deze stabiele COPD-patiënten correleerde wel met hun MRC dyspnoescore (5 vragen), maar niet met hun longfunctie. Bij 19% van 79 huisartspatiënten met ‘exacerbatie’ of acute dyspnoe bleek de SpO2 ≤ 92% te bedragen. Bij deze groep patiënten was er een correlatie tussen afname in SpO2 en de longfunctie. Dit laat zien dat pulse oximetrie meer nut heeft bij ernstige COPD.
De voorlopers hebben vermoedelijk gelijk: de op de huisartsenpraktijk evident snelle acceptatie van dit instrument is niet bij te benen qua wetenschappelijke onderbouwing. Ondanks het hoge pilotgehalte van het onderzoek van Schermer et al. levert dat voldoende reden voor verdere ontwikkeling van de klinische toepassing van SpO2-meting door huisarts of praktijkondersteuner. In de acute situatie is SpO2-meting een eye opening alternatief voor de stethoscoop, die zo behulpzaam kon zijn voor het ordenen van de gedachten van de ‘attending physician’ bij spoedgevallen. Bij voortgeschreden COPD is deze moderne vinger aan de pols niet meer weg te denken, mits ondergeschikt aan het klinische fingerspitzengefühl van huisarts of praktijkondersteuner zelf. SpO2-meting heeft bij COPD eenzelfde aanvullende functie als spirometrie en eenvoudige dyspnoescores. Bij pneumonie heeft SpO2-meting een plaats bij het aantonen van (cardio)respiratoir falen. (Ben Ponsioen)
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2010, nummer 2
Literatuurverwijzingen: