Begin dit jaar kwam de vernieuwde NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement uit. We zijn nu nog beter in staat om het risico op hart- en vaatziekten in te schatten. Ook weten we steeds beter hoe we dat risico kunnen verlagen. Preventie, het lijkt wel het nieuwe toverwoord in de gezondheidszorg. Alles draait om preventie, immers ‘voorkomen is beter dan genezen’. Maar het is toch geneeskunde, geen voorkomkunde?
Ik merk dat ik er steeds meer moeite mee krijg. Mijn dagen zijn gevuld met patiënten uitleggen wat ze moeten doen en laten. Dat is niet zo erg, sterker nog het is mijn vak waar ik bewust, bij vol verstand en met overtuiging voor heb gekozen! Ik heb last dat tegenwoordig al mijn adviezen gepaard gaan met één of meerdere pillen.
Een voorbeeldje. Een 75-jarige man komt voor een rijbewijskeuring en er wordt wat suiker in de urine gevonden, kan gebeuren. Logisch dat we een bloedsuikertje bepalen. Niet vreemd dat hij iets later op mijn spreekuur zit als nieuwbakken diabeet. Na mijn uitstekende anamnese en aanvullend labonderzoek heb ik samen met de huisarts in rap tempo zijn probleemlijst aangevuld met obesitas, hypertensie, hypercholesterolemie en vitamine D-deficiëntie. Rookgedrag, alcoholgebruik boven de norm, bewegingsarmoede (dus onder de norm) en een belaste familie-anamnese maken het plaatje compleet. Geheel in overeenstemming met alle richtlijnen krijgt deze vriendelijke man alle adviezen om vervolgens na 3 maanden te constateren dat het nog niet helemaal gelukt is. De pillenmachine komt op gang en zijn maag wordt gevuld met: metformine, simvastatine, hydrochloorthiazide, lisinopril, vitamine D en een tabletje omeprazol. We moeten er immers niet aan denken dat deze vriendelijke man een maagbloeding krijgt. Met deze zorg volgens standaarden hebben we een nieuw probleem voor de lijst gecreëerd, namelijk polyfarmacie. Kleine moeite om onze pensioengenieter nog even te laten blazen voor de diagnose COPD. Of deze man goed kan rijden (en dus een verlenging van zijn rijbewijs verdient) dat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat hij een tikkende tijdbom is geworden, althans op papier.
Ik geef toe, de beschrijving hierboven is wat kort door de bocht. Misschien zelfs wat negatief geschetst. Maar is het ver van de waarheid? Ik ben bang van niet. Natuurlijk ligt mijn focus op leefstijlbegeleiding, daar is deze man bij gebaat. Maar dat kost tijd, kostbare tijd waarvan het de vraag is of hij die nog wel heeft met zijn risico. En dus pillen, pillen en nog eens pillen. Met uitgestreken gezicht en vol motivatie en overtuiging praat ik ze hem een voor een aan, samen met de huisarts. En bijna klakkeloos wordt elke pil geaccepteerd, soms zelfs onder dankzegging voor onze uitstekende zorgverlening. Voor de leefstijladviezen gaat dat toch echt moeilijker.
Waar houdt preventie op en aanvaarden we de risico’s? Doodgaan is toch de enige zekerheid in het leven? Dat is geen risico maar een feit. Ik weet het, ik heb makkelijk praten. Er is geen enkele tabel die aangeeft dat ik nu risico loop. Nog niet.
Mensen kunnen vaak eerst niet geloven dat ze zo’n risico lopen. Soms worden ze zelfs boos. Vervolgens begint een lange onderhandeling over wat wel te slikken en te doen en wat maar even te laten. Menigeen raakt daarvan ook nog in een dip of zelfs een depressie.
Wat ik hier beschrijf zijn de eerste vier fases van rouwverwerking volgens Kubler-Ross. Rouw omdat het leven eindig is en je daar soms keihard mee geconfronteerd wordt. Overigens is er nog een fase, namelijk aanvaarding. Voor sommige mensen reden genoeg om alle pillen overboord te gooien en door te gaan met leven!
Bas Janssen
Bas Janssen (39) is praktijkondersteuner, physician assistant en teamleider in een gezondheidscentrum in Almere, getrouwd en heeft 3 kinderen. Hij geeft les aan de opleiding tot praktijkondersteuner.
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2012, nummer 4
Literatuurverwijzingen: