Hoera, de stijgende lijn in het aantal te dikke kinderen in Nederland heeft zijn top bereikt en lijkt op z’n retour. Althans, dat beweren onderzoekers in Archives of Disease in Childhood. Zij vergeleken de gegevens over lengte en gewicht van 50.961 Haagse kinderen in de leeftijd 3-16 jaar, die in de periode 1999-2007 waren verzameld door consultatiebureau en GGD. Ze keken daarbij onder andere naar etniciteit, waarbij het geboorteland van de moeder bepalend was. Van de groep kinderen was 59% Nederlands, 17% Turks, 13% Marokkaans en 11% Surinaams-Hindoestaans. Vooral Turkse kinderen bleken te dik, met name de jongens. Het aantal Turkse jongens met overgewicht steeg van 14,6 naar 32,4% (OR 1,08, 95%-BI 1,04-1,11) en het aantal jongens met obesitas van 7,9 naar 13,1% (OR 1,04, 95%-BI 1,01-1,06). Ook nam het aantal te dikke Turkse meisjes toe met 2,7% Bij de andere groepen kinderen waren er geen significante trends te zien en het aantal Nederlandse meisjes met overgewicht nam zelfs af van 12,6 naar 10,9% (OR 0,96, 95%-BI 0,95-0,98).
De Turkse kinderen buiten beschouwing latend kun je aannemen dat de eindeloze ‘Let op vet’- en ‘Weet wat je eet’-campagnes eindelijk effect hebben. Maar waarom springt juist die Turkse groep er dan zo negatief uit? Bij vervolgcampagnes moet de overheid misschien eens kijken hoe ze dat in Turkije doen. Daar is het aantal te dikke en obese kinderen net zo groot als het aantal te dikke en obese autochtone Nederlandse kinderen in Nederland. (Susan Umans)