Welke invloed hebben cardiovasculaire risicofactoren en de gevolgen hiervan op de levensverwachting? Hiertoe zijn bijna 19.000 werknemers van de gemeente Londen in 1967 onderzocht via een vragenlijst, BMI, bloeddrukmeting en bloedonderzoek. Onderzoekers volgden deze grote groep mannen 38 jaar lang. Van de overledenen stelden zij de doodsoorzaak vast en bij een groot deel van de nog levende mannen is in 1997 het onderzoek herhaald. Uit de resultaten blijkt onder meer dat een combinatie van roken, verhoogd cholesterolgehalte en verhoogde bloeddruk op 50-jarige leeftijd gemiddeld een 10 jaar kortere levensverwachting geven. Deze mannen worden gemiddeld 73,7 jaar oud. De mannen in de groep met de allerlaagste risicoscore worden gemiddeld 85 jaar oud. Een aantal risicofactoren bekeek men apart. Zo vermindert roken de levensverwachting met 6,3 jaar, een verhoogde bloeddruk met 3,5 jaar, een verhoogd cholesterolgehalte met 1,9 jaar, en diabetes met 3,6 jaar. Een bekende nevenbevinding is dat hoogopgeleide mannen 5,5 jaar langer leven dan laagopgeleide.
Dit indrukwekkende, langlopende onderzoek laat weer eens het belang zien van het werk van de praktijkondersteuner. Je biedt je patiënt een langer leven door je aandacht te richten op de bekende risicofactoren en deze goed te behandelen. En misschien moet je al bij mannen van 40 jaar beginnen? (Gré van Gelderen)