Zittend achter mijn bureau staar ik naar de zojuist ontvangen cijfers. Ik ben gezakt… Gezakt, hoe is het mogelijk? Jarenlang stond ik aan de top wat betreft de diabeteszorg. Wij waren een A-praktijk! Iedereen mocht het weten, nee, iedereen moest en zou het weten! Zo arrogant ben ik wel. Natuurlijk bereik je de resultaten niet alleen, maar uitstraling naar buiten is aan mij wel besteed! En nu, gezakt: van A naar B.
Spontaan voel ik een lichte hoofdpijn opkomen, terwijl ik mijn hersens pijnig op zoek naar oorzaken. Die moeten organisatorisch van aard zijn want aan mij kan het toch niet liggen? Langzaam dringen de gevolgen tot me door. Een lagere bonus. Graag was ik met het hele team lekker ‘diabetesverantwoord’ gaan eten. Nu zullen we wel niet verder komen dan Mc Donalds, en dat mag niet, want het past niet in de filosofie van diabeteszorg. En ja, je moet de bonus wel verantwoord uitgeven. Ook als je slechts een B-praktijk bent.
Naast mijn hoofdpijn voel ik ook een lichte depressie op komen. Gezakt, hoe is het mogelijk? Ik besluit op zoek te gaan naar een paracetamolletje. Wie weet ligt er ook wel een Prozacje in de kast. Lopend naar de deur zie ik de klok hangen, tien over negen! Mijn patiënt zit al tien minuten te wachten! Hoofdpijn, depressie en nu paniek: het beloofd een fijne dag te worden.
“Meneer De Zoet”, roep ik. Een oude man staat op en loopt mijn spreekkamer binnen. Ik ken hem al jaren, een gezellige baas van 86. Diabeet, maar vooral behoeftig aan een praatje. “Hoe is het met u?” vraagt hij terwijl hij gaat zitten. “Goed, goed”, lieg ik glashard en stel de beleefde wedervraag. De man begint te vertellen, een vaag verhaal over problemen met zijn dochter en pijn in de benen. Hij steekt niet zo lekker in zijn vel hoor ik hem zeggen. Het verhaal gaat volledig langs me heen. Verder dan wat empathisch gehum kom ik niet. Routinematig voer ik controles uit.
Terwijl meneer De Zoet verder praat, staar ik naar het scherm. GlycoHB 7,2% BMI 31,2. Niet goed dus, deze man is er mede voor verantwoordelijk dat ik ben gezakt! Ik screen zijn medicatielijst en trek snel de onvermijdelijke conclusie: insulinetherapie en een strak beweegprogramma. Daarmee heb ik het snelst resultaat!
Ik recht mijn rug, draai mijn stoel bij en kijk hem strak aan. “Tja…”, begin ik mijn betoog om hem aan de insuline te zetten. Meneer De Zoet schrikt en zijn ogen verraden onrust. Plots zie ik geen resultaten meer. Tegenover me zit een oude man. Hij heeft behoefte aan steun en een praatje. Aan goede zorg, maar geen onnodige zorg.
Schuldbewust kijk ik hem aan. Ik leg hem uit dat ik er niet zo bij ben vanochtend, slecht geslapen of zoiets. Ik maak een nieuwe afspraak voor over twee dagen “dan kunnen we even rustig verder praten. En maakt u zich over de suiker maar geen zorgen.” Met een glimlach en een ferme handdruk verlaat meneer mijn kamer. Hij is blij dat ik zo’n aandacht voor hem als mens heb.
Ik loop de deur uit, koffie, paracetamol. Mijn depressie lijkt over te waaien, de paniek is weg. Vol goede moed ga ik verder met mijn spreekuur. Ik bedenk plannen om de zorg te verbeteren, maar vooral neem ik me voor om na te blijven denken. Ik zak achterover in mijn stoel en staar weer naar de cijfers. Gezakt. Van A naar B. Volgend jaar weer A?
Ach wat, in ieder geval van A naar Beter!
Bas Janssen
Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2009, nummer 3
Literatuurverwijzingen: