Doelgroep Praktijkondersteuners en praktijkverpleegkundigen die zich bezig (gaan) houden met een stoppen-met-rokencursus. Samenvatting Het boek Stoppen met roken Een praktische handleiding bestaat uit twee delen. In het eerste deel lees je hoe je de cursus voorbereidt, organiseert en welke gesprekstechnieken je kunt toepassen om het voor jezelf en voor de patiënt zo efficiënt en effectief mogelijk te maken. Hoe zit het ook alweer met reflecteren, en heb je al eens de advocaat van de duivel gespeeld? Ook gaat de schrijver in op het vermoeide gevoel dat je kunt hebben na een consult met een passieve of weinig gemotiveerde roker. Tot slot volgt achtergrondinformatie over tabakverslaving. Deel II beschrijft de opzet van de cursus en geeft de inhoud van de bijeenkomsten weer. De cursus duurt tien weken met twee terugkomdagen na drie en zes maanden. Per bijeenkomst staan de gespreksonderwerpen, bijbehorende vragen aan de cursisten en huiswerkopdrachten beschreven. Het boek eindigt met de evaluatie van de cursus. Het werkboekje is bedoeld als naslagwerk voor de cursist, ter voorbereiding op de bijeenkomsten, en als motivator bij moeilijke momenten tijdens het stoppen. Oordeel Zoals de titel doet vermoeden is het een praktisch boek: eenvoudig en duidelijk leesbaar. De informatie wordt kort en bondig aangereikt met meerdere voorbeelden van formulieren en vragenlijsten. De auteur is een ervaringsdeskundige – in ‘het veld’ bekende – praktijkondersteuner die een heldere kijk geeft op stoppen met roken. Het boek is een prima hulpmiddel voor praktijkondersteuners die willen starten met het geven van een cursus en een praktisch raamwerk zoeken. Het moet gezien worden als een samenvatting van allerlei aspecten uit bestaande hulpmiddelen, aangevuld met de eigen ervaringen van de schrijver. Het werkboekje voor de cursist is handzaam, praktisch, en vriendelijk vormgegeven. Als je goed op de hoogte bent van de inhoud van de diverse bestaande richtlijnen (bijvoorbeeld de L-MIS, H-MIS, NHG-Standaard, Stivoro-cursussen, CBO-richtlijn) en praktijkervaring met stoppen met roken hebt, dan geeft dit boek weinig nieuwe informatie en weinig verdieping voor de praktijkondersteuner die meer uit zijn gespreksvoering wil halen. De handvaten blijven aan de oppervlakte en patiëntenperspectief en motivatieaspecten worden weinig genoemd. Hierdoor blijft de crux van bijvoorbeeld de eerdergenoemde ‘weinig gemotiveerde patiënt’ onopgehelderd. Immers, niemand is volledig ongemotiveerd. Als je erkent dat de ander het recht en de vrijheid heeft om niet te veranderen, maak je daarmee soms juist ruimte voor verandering.1 Het gevoel ‘er is meer te halen’ uit dit onderwerp blijft aanwezig. Charlotte Dorren