Onderzoek
Een interventie voor mensen met slaapklachten
Slaapklachten worden frequent gezien in de huisartsenpraktijk, ook de praktijkondersteuner heeft ermee te maken.
Onderzoek: Is screenen zinvol?
In steeds meer huisartspraktijken hebben praktijkondersteuners een rol in de begeleiding van vrouwen met een verhoogd risico op fracturen. Meestal zijn dit vrouwen die eerder een fractuur hebben meegemaakt.
Niet-nuchter of nuchter lipidenprofiel?
De auteurs van dit artikel onderzochten of een niet-nuchtere bloedafname net zo goed is als de nuchtere bloedafname voor het initiëren, voortzetten of stoppen van de lipideverlagende behandeling.
Gedragsinterventie bij SOLK door de poh-ggz
Voor de lichamelijke klachten van patiënten kan niet altijd een somatische oorzaak worden gevonden.
Late effecten borstkanker op de hartfunctie
Steeds meer vrouwen overleven borstkanker, maar chemo- en radiotherapie kunnen ook op lange termijn nog effect hebben op de hartfunctie.
Minder dementie met een gezond hart- en vaatstelsel
Een gezond hart- en vaatstelsel op de leeftijd van 50 jaar gaat samen met een kleinere kans op dementie in de decennia daarna.
Stappentellers op recept
De huidige beweegnorm adviseert per week minstens 150 minuten matig-intensieve inspanning in combinatie met spier- en botversterkende oefeningen. Minder dan de helft van de mensen haalt deze norm.
Medicatiebeoordeling onderzocht
Het aantal ouderen in de praktijk neemt toe. Hoe ouder de patiënt, hoe groter de kans dat hij meerdere aandoeningen heeft.
Stoppen met medicijnen bij laagrisicopatiënten
In veel huisartsenpraktijken zijn er patiënten die jarenlang medicijnen slikken om hart- en vaatziekten te voorkomen, terwijl ze die eigenlijk niet (meer) hoeven te slikken. Zouden deze patiënten veilig kunnen stoppen met medicatie en zou dat kosteneffectief zijn? De afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde van het LUMC onderzocht het.
Tripeltherapie bij COPD beperkt inzetbaar
Het effect van tripeltherapie (LAMA, LABA en inhalatie-corticosteroïden gecombineerd in één inhalatie) bij COPD is onderzocht bij een grote groep COPD-patiënten. Het effect was beperkt: alleen bij de patiënten zonder emfyseem (met alleen het chronische bronchitis-fenotype) verlaagde het aantal exacerbaties.