Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Abuis

Redactie NHG/BSL

In het aprilnummer van het Tijdschrift voor praktijkondersteuning (2008;3:36-40) staat in het artikel ‘Perifeer arterieel vaatlijden en doppleronderzoek in de huisartsenpraktijk’ een fout. Op pagina 40 in het kader met het protocol uitvoering enkel-armindexmeting staat bij de berekening van de enkel-armindex dat de linker index bepaald wordt door linkerenkeldruk gedeeld door hoogste linkerarmdruk en de rechter index door rechterenkeldruk gedeeld door hoogste rechterarmdruk. Dat klopt natuurlijk niet: de noemer van beide indexen moet zijn ‘hoogste armdruk’. Hieronder drukken we nogmaals het volledige, foutloze, protocol af.

Protocol uitvoering enkel-armindexmeting

Benodigdheden

  • Dopplerapparaat met transducer (8 MHz).
  • Bloeddrukmanchet; let op juiste maat: Standaardmanchet 12 × 26 of 35 cm; Obese-manchet 12 × 40 cm; Klein manchet 10 × 18 cm.
  • Ultrasoundgel.
  • Notitieblok en pen.

Voorbereiding

  • Zorg voor een goed verwarmde kamer (20-25 °C).
  • Laat de patiënt zijn schoenen, sokken, bovenbroek en (bij strakke mouwen) trui of blouse uitdoen.
  • Laat de patiënt 10 minuten rustig liggen.

  • Leg de procedure van de enkel-armindex uit aan de patiënt.:‘Uw bloeddruk wordt gemeten aan beide armen en beide enkels of voeten’; ‘Dit kan aan uw benen even een vervelend gevoel geven’; ‘Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten’.

Uitvoering

  • De patiënt ligt op zijn of haar rug op de onderzoeksbank.

Bloeddrukmeting armen

  • Zorg dat de arm waaraan u de bloeddruk meet, iets in flexie ligt.
  • Breng de manchet 2 cm boven de elleboogplooi aan.
  • Breng een klein laagje gel aan op de arteria radialis (of de a. brachialis).
  • Plaats de dopplertransducer in de gel onder een hoek van 60 graden en zoek naar het beste signaal.
  • Houd de transducer gefixeerd en pomp de manchet op tot ongeveer 20 mmHg boven het niveau van het verdwijnen van de tonen.
  • Laat de manchet langzaam leeglopen (2 mmHg per seconde) en stel de hoogte van de kwikkolom vast bij het horen van het eerste duidelijke arteriële signaal: dat is de systolische armdruk.
  • Laat de manchet vervolgens snel leeglopen.
  • Noteer de systolische druk aan de arm en verwijder de gel en de manchet.
  • Herhaal deze handeling aan de andere arm en noteer ook deze systolische armdruk.

Bloeddrukmeting enkels

  • Breng de manchet aan vlak boven de enkel.
  • Palpeer de arteria tibialis posterior.
  • Breng op deze plaats de gel aan (als de arteria tibialis posterior niet goed te voelen is, zoek dan met de transducer).
  • Plaats de transducer in de gel onder een hoek van 60 graden en zoek naar het beste signaal.
  • Houd de transducer gefixeerd en pomp de manchet op tot ongeveer 20 mmHg boven het niveau van het verdwijnen van de tonen.
  • Laat de manchet langzaam leeglopen (2 mmHg per seconde) en stel de hoogte van de kwikkolom vast bij het horen van het eerste duidelijke arteriële signaal: dat is de systolische enkeldruk.
  • Laat de manchet vervolgens met een grotere snelheid leeglopen.
  • Noteer de bevinding en veeg de gel weg.
  • Pomp niet bij, want dan kan stuwing optreden.
  • Palpeer vervolgens de arteria dorsalis pedis en breng op deze plaats de gel aan (als deze niet goed te voelen is, zoek dan met de transducer).
  • Herhaal de handeling zoals hiervoor beschreven en noteer de systolische enkeldruk.
  • Herhaal nu de meting van de arteria tibialis posterior en de arteria dorsalis pedis aan de andere voet en noteer de bevindingen.
  • Verwijder de gel.
  • Laat de patiënt zich weer aankleden.

Berekening enkel-armindex

  • Bereken de enkel-armindex van het linkerbeen = hoogste linkerenkeldruk/hoogste armdruk.
  • Bereken de enkel-armindex van het rechterbeen = hoogste rechterenkeldruk/hoogste armdruk.
  • Noteer uw bevindingen in het patiëntendossier.

Bladnaam:
Tijdschrift voor praktijkondersteuning 2008, nummer 3

Literatuurverwijzingen: